Elke vier jaar brengt de Volksgezondheid Toekomst Verkenning (VTV) in kaart wat er op ons af komt als we als maatschappij op de huidige voet door zouden gaan en niets extra’s zouden doen. In het rapport wat deze week uitkwam is deze boodschap: “Het gaat goed met onze volksgezondheid. We worden steeds ouder, en de meeste mensen voelen zich gezond en niet beperkt. Toch staan we voor een aantal grote opgaven. Deels is dit de keerzijde van ons succes: omdat het aantal ouderen toeneemt, stijgt ook het aantal mensen met chronische aandoeningen en sociale problemen zoals eenzaamheid”.

VTV: Impact van de vergrijzing: veranderingen en gevolgen

Thema     2015     2040   %%
Aantal 65-plussers    3,1 mln.    4,8 mln. +  55%
Aantal 90-plussers   117.000   340.000 +191%
Aantal alleenwonende 65-plussers   920.000  1,73 mln. +  88%
Aantal 50-64-jarigen per 85+ (mantelzorg)        10          4 –  60%
Aantal mensen meerdere chronische aandoen. tegelijk    4,3 mln.    5,5 mln. +  28%
Aantal mensen met arthrose    1,2 mln.    2,3 mln. +  92%
Aantal sterfgevallen ten gevolge van dementie     14.000     40.000 +186%
Aantal mensen met dementie   154.000   330.000 +114%
Aantal 75-plussers dat zich eenzaam voelt   600.000    1,3 mln. +117%
Aantal mensen met urine-incontinentie   495.000   740.000 +  49%
Aantal staaroperaties bij 75-plussers     62.000   128.000 +106%
Aantal mensen dementie: indicatie verpleeghuiszorg     76.000   165.000 +117%
Eerste hulp bezoeken door 85-plussers   125.000   304.000 +143%
Uitgaven aan ouderenzorg 17 miljard 43 miljard +157%

Extra zorguitgaven door demografie en technologie

Citaat: “De zorguitgaven stijgen met gemiddeld 2,9 procent per jaar tot 174 miljard euro in 2040. Dat is een verdubbeling ten opzichte van 2015. Een derde deel van deze groei komt door de vergrijzing en de groei van de bevolking, en twee derde door andere factoren zoals technologie. Technologische ontwikkelingen, waaronder (vaak dure) nieuwe medicijnen, zorgen voor een grote groei in de uitgaven aan bijvoorbeeld kanker. In 2040 wordt ruim vier maal zoveel uitgegeven aan de behandeling van kanker als in 2015. De relatie tussen technologie en zorguitgaven is complex. Technologische innovaties in de zorg kunnen kosten besparen, maar dan moeten wel kosteneffectieve interventies worden gebruikt en de oude technologie worden vervangen. Dit vraagt veel van de manier waarop de zorg wordt georganiseerd”.

De belangrijkste interventies om zorg betaalbaar te houden

De impact van vergrijzing en extra zorguitgaven zijn derhalve groot. Ik beperk me tot de betaalbaarheid. Met welke interventies zijn zorgkosten richting 2040 beheersbaar? Het voorgaande RIVM-advies betekent dat bij nieuwe technologie de toetsende criteria van pakketbeheer van het Zorginstituut (blog) een belangrijke eerste rol gaan spelen. Een tweede belangrijke interventie wordt het bevorderen van gezondheid via het nastreven van gezond gedrag en een gezonde leefomgeving. Minder mensen roken en meer mensen bewegen, maar meer mensen zijn te zwaar. Ongezond gedrag is verantwoordelijk voor bijna 20 procent van de ziektelast. Roken is hierbij de belangrijkste oorzaak. Een ongezond binnen- en buitenmilieu veroorzaakt 4 procent van de ziektelast, met luchtverontreiniging als de belangrijkste oorzaak. Ongezonde arbeidsomstandigheden veroorzaken bijna 5 procent van de ziektelast. Dit constaterend, dan kan mijns inziens de stap om de nota van de hieruit volgende zorgkosten bij de vervuiler/veroorzaker te leggen een logische eerste stap zijn (blog). Natuurlijk is het cruciaal dat de resultaten van de VTV onder de aandacht worden gebracht bij de relevante beleidsprogramma’s. Maar om stroperigheid met (te)veel beleidsnota’s te vermijden, is het beter dat als je problemen wilt aanpakken, je niet naar een ander moet wijzen voor een oplossing van het kostenprobleem, maar als derde richting ook zelf de koe bij horens moet vatten. Omdat in het zorgstelsel heel veel actoren (zorginkopers, zorgvragers, zorgaanbieders, toezichthouders en ministeries) zijn, zijn zij ook allen verplicht zich af te vragen wat een eigen bijdrage zou kunnen zijn aan kostenbeheersing. Niet primair interessant is wat een ander doet, maar wat jezelf doet. Nederland kent al genoeg “adviseurs” (consultants) met een verdienmodel wat neerkomt op het geven van adviezen waarbij niet zijzelf maar een andere partij actief moet worden. De vierde richting is een politieke discussie met burgerparticipatie over de inzet van publieke middelen en de gewenste maatschappelijke effecten ervan (blog/blog/blog/blog). Mijn vijfde richting zou zijn om netwerkgeneeskunde regionaal te promoten, maar om de financiële spelregels en afspraken, horend bij een integrale en persoonsgerichte aanpak, niet decentraal, maar centraal te regelen.

Een zesde focus kan liggen bij een drastische herziening van het zorgstelsel (blog), al merk ik weinig politieke belangstelling bij dit onderwerp. Dat betekent dat beleidsmakers vooralsnog door zullen gaan met hun eigen aanpak van betaalbaarheid via enerzijds de weg van prijs-, volume– en budgetmaatregelen en anderzijds marktgerichte maatregelen zoals selectieve inkoop, competitie, incomplete contracten en nieuwe vormen van bekostiging zoals populatiebekostiging, P4P en ketenbundels met tijdrovende afstemming tussen ketenpartners. Met als neveneffect dat zorgaanbieders stap voor stap medeverantwoordelijk en risicodragend worden gemaakt voor het kostenprobleem.

Tot slot

Bij de presentatie van VTV 2018 spreekt het RIVM niet voor niets over een grote maatschappelijke opgave bij beleidsmakers, burgers, patiënten, zorgverleners, onderzoekers én maatschappelijke organisaties. Dat geldt dus ook voor de spanning tussen zorgvraag en zorgkosten.  Zo lang wij langer leven, de zorg weliswaar verbetert, maar er meer mensen zijn met een chronische aandoening en daarnaast het budget eindig is, houdt de discussie over betaalbaarheid, zeker na presentatie van deze VTV, nooit op.