Deze week een indrukwekkend relaas van een huis- en straatarts uit Rotterdam in de Correspondent over opvoedingsarmoede. De huisarts beschrijft in haar werk rondom armoede indrukwekkende casuïstiek, maar ook beschrijft zij de moeizame samenwerking met hulpinstanties. Citaat: “Als ik wil bellen met iemand voor overleg, lukt het me negen van de tien keer niet om doorverbonden te worden met de juiste persoon voor mijn patiënt”. Haar oordeel over de opvoedingsarmoede is duidelijk en hard: citaat: “Het is dweilen met de kraan open, omdat we de bron niet aanpakken. En de bron is armoede. De hulpinstanties zijn slechts een veel te dure pleister op de wond”.
Armoede is voedingsbodem voor slecht ouderschap
Dat armoede een voedingsbodem is voor slecht ouderschap verklaart deze huisarts als volgt: citaat: “er is minder ruimte om een kind zich veilig te laten ontwikkelen, om het gerust te stellen, en later op school te stimuleren en bij te staan. Als je zelf het gevoel hebt dat je niks waard bent, is het lastiger om sensitief op je kind te reageren. Zo’n onveilige basis zie ik bij veel kinderen leiden tot een verkeerde afstelling van het stresssysteem, dat chronisch hyperactief wordt. De prefrontale cortex – het deel van het brein dat betrokken is bij besluitvorming en het onderdrukken van impulsen – functioneert slechter. Zo worden disfunctionele breinen aan elkaar doorgegeven, en wonen ze ook nog samen onder één dak, met alle gevolgen van dien. En wat gebeurt er als je weinig toekomstperspectief ervaart? Dan neem je vaker beslissingen die op lange termijn minder slim zijn”.
Maar deze huisarts is niet de enige…
Deze huisarts is niet de enige die recent nog verband legt tussen armoede en de ontwikkeling van kinderen. Ook andere auteurs melden (hier) dat als een kind opgroeit met van een uitkering afhankelijke ouders het kind later vaak hetzelfde lot is beschoren. Bijstandsontvangers, niet-westerse migranten en alleenstaande moeders met minderjarige kinderen lopen in Nederland het grootste risico op armoede.
Omvang van armoede in Nederland
Over de omvang van de armoede in Nederland hebben vooral het CBS, het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) en Divosa alarmerende signalen afgegeven. Er leven namelijk ongeveer 1 miljoen Nederlanders onder de armoedegrens. Directeur SCP Kim Putters:” Het doet pijn aan de ogen dat 280.000 kinderen (bijna 9% van alle kinderen) in armoede leven in onze welvarende samenleving. Hoe is dat mogelijk? En, is die schandvlek weg te werken?” Ook in zijn boek “Veenbrand” noemt Putters de huidige sociale ongelijkheid in Nederland een van de vier ‘smeulende’ kwesties.
Maar wat nog erger is: de armoede neemt niet af
Het CBS meldt dat aantal mensen dat tijdelijk of langdurig in armoede leeft, groeit. Het aandeel huishoudens dat op dit moment onder de armoedegrens leeft, steeg van 7,9 in 2016 naar 8,2 in 2017, en het aandeel huishoudens dat vier jaar of langer een laag inkomen heeft, steeg tot 3,3 procent. Het SCP is wel iets positiever: in 2016 leefde 6% van de bevolking in armoede, in 2013 was dit nog 7,6%. Er is volgens het SCP jaarlijks iets meer dan €2,3 miljard nodig om het totale inkomenstekort van arme huishoudens aan te vullen tot de armoedegrens van €1.135,- per maand.
De consequenties van armoede
Schulden, sociale problemen en ‘nergens meer bij horen’ zijn de vaak vreselijke consequentie, vooral voor kinderen. De sociale uitsluiting die uit armoede voortkomt verstikt mensen, stelt Putters. Mensen die in armoede leven zijn verder vaker eenzaam dan mensen die geen armoede ervaren. Citaat: “Armoede voltrekt zich namelijk grotendeels in stilte, zoveel mogelijk ongezien voor de omgeving. Wanneer je op deze manier de contacten met anderen verliest, dan blijf je alleen achter met je problemen. Vaak ligt intense vermoeidheid op de loer, je raakt uitgeput en ziek, je voelt je in de steek gelaten en niet voldoende gezien door (hulp)instanties. De kans is groot dat je het niet meer ziet zitten, nog verder geïsoleerd raakt en sterk eenzaam wordt. Dit geldt vooral voor die mensen die al veel jaren achtereen in armoede moeten leven”. Van de zieke mensen met de laagste inkomens blijkt 21% ernstig eenzaam te zijn en van de zieke mensen met de hoogste inkomens is dat 6%. Want ook de relatie tussen financiële problemen en gezondheid is evident en hier al eerder benoemd (blog). Zoals ook wordt aangegeven in de spreekwoordelijke titel: “Kromliggen doet pijn” (Huisarts en Wetenschap, augustus 2018).
Zijn er oplossingen?
De Rotterdamse huisarts stelt in de Correspondent voor te snijden in de kostbare overhead van de toch niet goed werkende overheidsinstanties en het bespaarde geld rechtstreeks te geven aan de gezinnen om wie het draait. Citaat: “Dán doorbreek je eindelijk die vicieuze cirkel”. Anderen pleiten voor een basisinkomen voor elke Nederlander. De geciteerde sociologen zien meer in de aanpak van arbeidsmarktachterstanden. Overigens zijn er in Nederland ook 235.000 mensen mét werk die onder de armoedegrens leven. Dus werk alleen biedt geen garantie. Misschien dat een combinatie van geld, werk, versterken autonomie (zelfvertrouwen, veerkracht en wilskracht), uitbreiden van netwerken, o.a. lotgenoten, tezamen met een persoonsgerichte begeleiding, zorg en welzijn, zoals deze auteur al in 2016 voorstelt, wél gaat helpen? Gezondheidsverschillen verkleinen blijft gezien de consequenties een streven, ook als de oorzaak armoede is. De huidige armoede in Nederland is gezien de hoge en stabiele prevalentie conform Putters hartenkreet inderdaad een weg te werken schandvlek.
Boek: Kim Putters, “Veenbrand” (Prometheus 2019, ISBN 9789044640090)
Blogs gerelateerd aan het onderwerp van het verkleinen van gezondheidsverschillen
21.02.2017: Aanpassing premiebetaling zorg stuit op verzet (over financiële solidariteit)
31.05.2017: Gevraagd: Minister van Gezondheidsbevordering (m/v)
23.06.2017: Het belang van de context
18.09.2017: Aandacht voor persoonsgerichte zorg is terecht, maar is niet nieuw
02.01.2018: Ook bij verwarde persionen is persoonsgerichte zorg nodig (1)
09.01.2018: Relatie opleidingsniveau en levensverwachting ongezond innig
29.01.2018: De nulde lijn
06.02.2018: Wie gaat uitvoering van het Nationaal Preventieakkoord betalen?
12.03.2018: De zorg en de kunst van het kiezen
22.05.2018: Politieke discussie nodig bij inzet van publieke middelen
28.05.2018: Schuldenproblematiek raakt ook het medisch domein
31.05.2018: Grip op verwardheid vraagt om grip op uitvoering van zorg
14.06.2018: Welke zorg hoort er in de basisverzekering?
24.06.2018: Bewegen, bewegen en bewegen
27.06.2018: GGZ-perikelen, met ook impact voor de huisarts
03.09.2018: Water 0.0
17.09.2018: Actiepunten ter voorkoming zorgval zijn bekend, nu de aanpak
21.10.2018: Werken aan de agenda van de vooruitgang
10.11.2018: Alleen met interventies zijn problemen in achterstandswijken oplosbaar
15.12.2018: Aanpak van betonrot in de publieke zaak: Groter denken, kleiner doen
10.01.2019: Aanbevelingen voor betere uitvoering van de Jeugdwet
26.01.2019: Modern functionerend wijkteam vraagt om andere randvoorwaarden
27.04.2019: De nieuwe K van kwaliteit
14.08.2019: Betere GGZ: verleg zwaartepunt van poldertafel naar werkvloer