De waarheid is geen kwestie van vraag en aanbod. Aan deze uitspraak (Loesje kalender, 3 oktober 2017) moest ik denken toen ik gisteren de Volkskrant groot zag uitpakken met een artikel over een nieuwe bekostiging van huisartsenzorg. In dit artikel meldt de krant dat 80 huisartspraktijken met Menzis een contract per 2018 hebben afgesloten met een nieuwe financiële afspraak: een 100% all-in abonnementstarief met de afspraak dat een deel van de besparingen geherinvesteerd kunnen worden in de eigen praktijk. Verderop in de krant wordt een relatie gelegd tussen het huidige declaratiesysteem en de administratieve belasting met de opmerking dat een all-in tarief best eens de oplossing kan zijn voor de administratieve beslommeringen van de huisarts. Met als doel het mogelijk maken van flexibeler behandelen en goedkopere zorg. In de commentaren wordt deze contractvorm niet alleen als nieuw gepresenteerd, maar het zou ook passen bij het rvs-rapport wat …1 dag eerder uitkam. In dit rapport is het advies de bekostiging voortaan af te stemmen op de afspraken die patiënten en cliënten samen met de zorgverlener maken. Zij bepalen dan samen welke zorg nodig is en wie die zorg het beste kan geven. De relatie tussen patiënt en zorgverlener én de keuzen die zij maken, worden daarmee leidend bij de inkoop van zorg. Is hiermee een noviteit geboren en is de cirkel dan nu rond?

Geschiedenis

Reeds in 2015 startte er een verzekeraar elders in het Rijnmondgebied met een proefbekostiging met alleen een inschrijftarief. Het hier beschreven Menzis project startte met een pilot in drie wijken in Enschede, onder de vlag van Arts en Zorg, een organisatie waarbij 25 eerstelijnsgezondheidscentra uit het hele land zijn aangesloten. Sinds 2014 werken verzekeraar en zorgaanbieder aan dit project, wat de naam van populatiebekostiging met zich meedraagt. Dit betekent populatie beschrijven, alle kosten meenemen, benchmarken en resultaten vergelijken, besparingen definiëren, zo nodig besparingen uitkeren. Als er wel kosten zijn bespaard, maar als niet aan alle kwaliteitsindicatoren is voldaan, is de uitkering lager. Arts en Zorg is oorspronkelijk uit Menzis zelf voortgekomen onder de naam Zorgpunt. Echter als zorgverzekeraar ook zelf zorg verlenen, dat mag niet in Nederland. Vandaar de nieuwe organisatie Arts en Zorg, waarbij alle huisartsen in loondienst zijn. De uitkomst van de pilot liet zien dat de totale zorgkosten gemiddeld met 3% zijn gedaald. Met name door minder uitgaven in de tweede lijn. “Het gaat om tientallen euro’s per verzekerde per jaar”, aldus de woordvoerder van de zorgverzekeraar, waarna de genoemde uitrol per 2018 in contractvorm met het genoemde all-in tarief voor de hele organisatie.

Raad voor Volksgezondheid en Samenleving

Dat wensen van patiënten moeten worden meegenomen bij zorginkoop is evident en gebeurt al. Het RVS waarschuwt wel voor perverse volumeprikkels, maar noemt in de samenvatting als voorbeeld de ziekenhuisdbc. In de rvs-tekst wordt ook wel het woord “consult” genoemd, maar met consulten met een tarief van ruim 9 euro heeft de huisarts een maximale uuromzet van 50-60 euro. Wie dat een perverse volumeprikkel durft te noemen, heeft wel lef, maar geen kennis van zaken. De waarde van een gedeeltelijke consultbekostiging zit in heel andere kenmerken. Verder stelt RVS juist dat er verschillende bekostigingsmodellen mogelijk moeten zijn (pg.43) en stelt ook dat een ketendbc voor een specifieke patiëntengroep onder voorwaarden een goede zaak is. Maar het zwakke van het rvs-voorstel is dat, in tegenstelling tot de consequenties bij Kwaliteitsstandaard verpleeghuis, de kosten van een nieuwe strategie niet boven het kader mogen uitkomen. Het mag of moet anders, maar moet wel goedkoper, anders blijft de mogelijkheid (pg. 35) aanbieders een korting op te leggen, de eigen bijdrage of het eigen risico te verhogen, of het pakket te verkleinen.

Administratielasten

Reductie van deze lasten heeft terecht een hoge prioriteit. Echter dat het maandelijks declareren daaraan een grote bijdrage levert, ontken ik. De dure tijd gaat vaak zitten in het herstellen van afwijzen van declaraties. Vaak vanwege pietluttigheden. Bovendien moet er bij een 100% inschrijftarief ook maandelijks worden gedeclareerd. En met het door Menzis en Arts en Zorg gepropageerde model met benchmarking, kwaliteitsbewaking en uitwisseling van kostencijfers zie ik de administratieve belasting met talloze registraties nog niet afnemen. Maar goed, deelnemers publiceer in de vakbladen en ik laat me graag verrassen.

Betaling

Uitgaande van de NZa doctrine mag een bekostiging met een 100% inschrijftarief per 2018 maximaal 156,18 euro zijn per ingeschreven patiënt per jaar. Een toeslag in segment S2 kan worden betaald uit het huidige Organisatie & Infrastructuur budget van 150 mln.euro. In 2016 waren de GEZ (Geïntegreerde Eerstelijns Zorg)-uitgaven 68,3 mln. (zie de financiële staat) ten behoeve van 3,2 mln. Nederlanders. Dit zou op het abonnementstarief een toeslag kunnen geven van gemiddeld 21,34 euro. En wat is de hoogte van het inschrijftarief in dit contract?

Conclusie

Een bekostiging van de huisartsenzorg met een 100% abonnementstarief kent nog vele vragen. Vragen waarop deels geen antwoord is te geven omdat verzekeraars en zorgverleners zelf geen openheid geven over de inhoud van deze contracten, de leveringsvoorwaarden en de vergoedingen. Zo blijft het mistig om op basis van feiten uit een krant of een voorlichter een waardeoordeel te geven. Waarom dit model dan prijzen? Als het zo goed is, maak alle afspraken dan openbaar. Als het goed is, waarom zou je het dan anderen onthouden? Tot slot wil ik nog wijzen op het morele aspect van het uitkeren van winst aan zorgverleners, zelfs als het wordt gebruikt voor wat “herinvestering” wordt genoemd.