Opnieuw staat de waterkwaliteit in Nederland in de schijnwerper. Over de potentiële waarde bij preventie van beschikbaarheid van kraanwater voor de volksgezondheid werd jaren geleden al een blog geschreven (blog, 2018). Zes jaar later moest worden geconstateerd dat de beschikbaarheid van drinkwater, naast een groeiende vraag (hier), al langer onder druk staat door de aanwezigheid van meer verontreinigde stoffen (blog, 2024).

In dit jaar 2025 staan we qua tijd op 25/27 deel van de ons gegeven tijd om op basis van Europese afspraken zorg te dragen voor chemisch schoon en ecologisch gezond oppervlakte- en grondwater. Gegeven de feiten over de huidige kwaliteit van deze wateren gaat Nederland de geoogde “goede toestand” van de Europese waterrichtlijn niet halen.

Tegelijkertijd zien burgers en bedrijven de kosten van watergebruik stijgen. Omdat iedereen water gebruikt, zal eenieder ook geconfronteerd worden met deze kostenstijging.

Deze blog gaat over de correlatie tussen waterverontreiniging en de waterprijs.

Allereerst de waterverontreiniging

In onderstaand kader wordt gestart met de Kaderrichtlijn Water uit 2000, waarna wordt doorgeschakeld naar informatie over onderzoek van het afgelopen jaar.

KRW en onderzoekinformatie 2024/2025

22.12.2000: (EU): “De Kaderrichtlijn Water (KRW) is een Europese richtlijn die op 22 december 2000 van kracht is geworden. De doelstellingen binnen de KRW ondersteunen bij het realiseren en behouden van chemisch schoon en ecologisch gezond oppervlaktewater en grondwater. De Europese lidstaten hebben gezamenlijk afgesproken dat uiterlijk in 2027 een goede toestand bereikt moet zijn. Om het proces te versnellen is in 2023 het KRW-impulsprogramma opgericht.”

———————————————————————————————————————

09.04.2024: (NRC): “In 96 procent van de Nederlandse oppervlaktewatergebieden zitten te veel chemicaliën om aan de KRW-norm te voldoen; slechts 30 van de 745 gebieden voldoen aan deze norm. En deze 30 gebieden scoren dan weer onvoldoendes op andere vlakken. Voldoet één van de stoffen op de KRW-lijst niet aan de norm, dan geldt de hele waterkwaliteit als onvoldoende. Dit wordt het one out, all out-principe genoemd. Kortom, Nederland haalt nergens de norm voor waterkwaliteit.”

———————————————————————————————————————

20.09.2024: (NRC): ”Duizenden liters pure chemicaliën mogen dagelijks in het riool worden geloosd door tankreinigers, bedrijven die tankwagens met chemische producten reinigen. Tankreinigers hebben tientallen zeer schadelijke stoffen, die nauwelijks uit water te zuiveren zijn, als ‘minst schadelijk’ aangemerkt. Dankzij deze indeling mogen ze de chemicaliën volgens de vergunning met tientallen tot honderden liters per tankwagen via een simpele afvalwaterzuivering lozen op het riool, waarna ze in de Maas, de Rijn en andere oppervlaktewateren terechtkomen waaruit drinkwater wordt gewonnen.”

———————————————————————————————————————

28.11.2024: (RIVM): “Het grondwater en oppervlaktewater bevat op veel plekken te veel stikstof en fosfor. Daarmee voldoet Nederland niet aan de doelen van de Europese Nitraatrichtlijn (1991). Door te veel stikstof en fosfor voldoet in veel wateren in Nederland de biologische waterkwaliteit niet en staat de kwaliteit van het drinkwater in sommige delen van Nederland onder druk. Vooral in gebieden met een ondergrond van zand en löss is het belangrijk de kwaliteit van het grondwater te verbeteren.” (+ rapport, 28 november 2024)

———————————————————————————————————————

03.02.2025: (Unie van Waterschappen): “In de helft van de Nederlandse landbouwgebieden is de waterkwaliteit in sloten en beken onvoldoende. Het mestbeleid heeft vanaf 1986 wel tot verbetering geleid, maar de dalende trends lijken af te zwakken en daarom zijn verdere maatregelen nodig.”

——————————————————————————————————————-

04.02.2025: (EU): “Ondanks alle inspanningen verkeren het oppervlaktewater en grondwater in Nederland niet in goede staat. Dit komt door vervuiling als gevolg van intensieve landbouw, hoge bevolkingsdichtheid en industrie. Nederland haalt de doelen van EU-kaderrichtlijn voor waterkwaliteit niet, met 0% van de oppervlaktewateren in een goede ecologische status en bevat slechts 9.4 % minder dan het gestelde maximumniveau aan chemische stoffen. Grondwater doet het beter, met 95,7% in een goede kwantitatieve status en 87% in een goede chemische status. De druk komt door de hoge bevolkingsdichtheid, landbouw en door vervuiling, die niet aan landsgrenzen stopt. Vervuilers (hier) als kwik, arseen en nitraten spelen daar een belangrijke rol bij.  Naar verwachting zullen de verbeteringen voor 2027 beperkt zijn. De lange droogte en landbouwvervuiling vormen een uitdaging voor de kwaliteit van het grondwater.”

———————————————————————————————————————-

06.02.2025: (Natuurmonumenten): “Uit de analyses van de elf natuurgebieden blijkt dat
de natuurgebieden te maken hebben met verdroging, waterkwaliteit en peilbeheer. De onderzochte natuurgebieden, representatief voor waterrijke natuurgebieden in Nederland, staan onder druk. Maatregelen, ook buiten de gebieden, zijn nodig om het watersysteem én de natuur te verbeteren. Voor de onderzochte natuurgebieden constateren wij in meer dan de helft van de gebieden een dalende trend en slechte toestand van het water in relatie tot de natuur.”
(+ bericht, 4 maart 2025 + toelichting).

———————————————————————————————————————-

06.03.2025: (NOS): Kwetsbare planten en dieren worden daardoor ernstig bedreigd. Ook zijn in vrijwel alle gebieden de grondwaterstanden te laag, wat leidt tot verdroging. De achteruitgang in natuurgebieden heeft een aantal belangrijke oorzaken zoals het gebruik van bestrijdingsmiddelen, meststoffen in het water, overmatige waterafvoer, grondwateronttrekkingen en klimaatverandering. “De resultaten zijn zorgwekkend“, zegt Wiebe Borren, hydroloog bij Natuurmonumenten. “Voldoende en schoon water is van levensbelang voor de natuur en daarmee ook voor de mens. We moeten verdere achteruitgang van de natuur stoppen en het verdwijnen van planten en dieren tegengaan.” Volgens Borren dreigt de schade onomkeerbaar te worden.

De prijs van drinkwater c.q. de hoogte van de waterschapsbelasting

Drinkwaterbedrijven dragen samen met het Rijk, provincies en gemeenten zorg voor de openbare drinkwatervoorziening. Bij de nota van het drinkwaterbedrijf zit, naast de omvang van verbruik, ook een onderdeel belasting op leidingwater en een bedrag voor vastrecht. Het overige waterbeheer ligt in handen van zogenoemde waterschappen.

Waterschapsbelasting is de optelsom van een watersysteemheffing en een zuiveringsheffing. Hoeveel waterschapsbelasting er betaald moet worden, verschilt per huishouden. Naast het eigen tarief van het waterschap, speelt de waarde van een huis een rol. Onder meer de ligging van een huis bepaalt de WOZ-waarde en beïnvloedt dus de hoogte van de belasting.

Taken van het waterschap zijn onder andere het beheer van dijken langs grote rivieren, onderhoud van dijken en waterkeringen, regionale bewaking van het waterpeil en de zorg voor zuivering van het rioolwater.

Waterschapsbelasting gaat dus om méér dan alleen het drinkwater. Verkiezingen voor de waterschappen ten behoeve van een bestuur worden tegelijk gehouden met verkiezingen voor Provinciale Staten. De vertegenwoordigers van de twee specifieke belangengroepen (agrariërs en natuurbeheerders) worden niet gekozen, maar benoemd door organisaties van deze belangengroepen. Dat kan wringen omdat natuurbeschermers een hoog regionaal waterpeil wensen en agrariërs juist een lager peil. Een gebied met een lager waterpeil is vatbaarder voor verdroging als onderdeel van klimaatverandering met zo grotere kans op bedreiging van kwetsbare planten en dieren (NOS, 6 maart 2025).

Jaarlijks stelt elk waterschap de hoogte van de kostendekkende belastingtarieven vast voor het eigen gebied. Dat wil zeggen dat met de tariefopbrengst van de belastinginkomsten de kosten van de verplichte taakuitoefening van het waterschap zijn gedekt. Het door burgers en bedrijven te betalen bedrag verschilt van waterschap tot waterschap (bron).

Dit zegt de Unie van Waterschappen over de waterschapsbelasting

 

“Waterbeheer gaat over de toekomst van onze regio’s, over het waarborgen van leefbaarheid”

Hoe deze belasting de laatste jaren heeft uitgepakt in geval van deze auteur is te zien in onderstaande tabel. Met melding dat de gezinssituatie en de woonruimte ongewijzigd bleven in deze periode.

Waterschapsbelasting auteur (n=1), waterschap Rijn en IJssel, berekend door GBLT Zwolle (gemeente- en waterschapsbelasting)

Jaar

Bedrag waterschapsbelasting (€)

Verhoogd bedrag (€) + % t.o.v. jaar eerder

2018

304,34

 

2019

317,46

13,12: + 4,3%

2020

328,84

11,38: + 3,6%

2021

348,73

19,89: + 6,0%

2022

390,61

41,88: + 12%

2023

455,90

65,29: + 16,7%

2024

474,98

19,08: + 4,2%

2025

(Nota volgt…)

+ 8%? (hier/hier/hier/hier)

De Unie van waterschappen bevestigt de recent beschreven zorgen van Natuurmonumenten over de waterkwaliteit in natuurgebieden en de effecten hiervan op de biodiversiteit.

Bestuurslid Unie, 6 maart 2025: “Elke vierkante meter in Nederland wordt intensief gebruikt, wat grote gevolgen heeft voor kwetsbare ecosystemen. Schoon water vraagt om keuzes. Voor een gezonde waterkwaliteit moeten we de natuur, de landbouw, de industrie en de drinkwatervoorziening met elkaar verbinden. Waterbeheer gaat over de toekomst van onze regio’s, over het waarborgen van leefbaarheid. Daarom pleiten we voor stevige bronaanpak, met strenger toelatingsbeleid voor nieuwe stoffen, en een mestbeleid dat in overeenstemming is met de Kaderrichtlijn Water. We moeten ervoor zorgen dat het watersysteem robuust en duurzaam is (einde citaat).”

Dat de kosten, om KRW als richtlijn te realiseren, zullen stijgen, is duidelijk. Met percentages die ver uitsteken boven de inflatie. En boven alleen een inflatiecorrectie.

Tot slot

Het is op dit moment in de politiek de tijd ter voorbereiding van de Voorjaarsnota. De correlatie tussen inspanningen ter behoud van waterkwaliteit en het oplopen van de hoogte van waterschapsbelasting is duidelijk. Gegeven het feit dat ook bij andere posten de kosten van levensonderhoud zijn gestegen (AD/Nibud), kan een forse stijging van de waterschapsbelasting van de laatste en komende jaren ongelegen komen (hier).

Daar staat tegenover dat voldoende en schoon water noodzakelijk is voor niet alleen een gezonde natuur, maar ook voor behoud van drinkbaar kraanwater in het kader van volksgezondheid.

Dat betekent in politiek jargon voor 2025 als prioriteit de vereiste van een passend én aangescherpt milieu-, klimaat- en stikstofbeleid. Zodat via centraal beleid watervervuiling wordt aangepakt. Met ‘bronaanpak’ minder schadelijke stoffen in het water in combinatie met een wettelijk verbod van geoormerkte zeer schadelijke stoffen (pamflet, 18 maart 2024).

NB:

-plaatje onder de titel is afkomstig van het recente onderzoek van Natuurmonumenten

-het tweede plaatje komt van de Unie van Waterschappen

Eerdere blogs over preventie, leefomgeving en water

02.09.2018: Water 0.0 (prima kraanwater, nul calorieën, niet in plastic, dus geen belasting voor milieu)

14.07.2021: Zet bij preventiemaatregelen leefomgeving op eerste plaats (belang stikstof, klimaat)

20.04.2023: Zorg voor publieke gezondheid hoort thuis bij alle departementen (Wpg/GGD)

25.09.2023: Wanneer leefomgeving gezondheid bedreigt, moet overheid optreden (ZSS/PFAS)

03.10.2023: Minister zegt dat bij bedreigen volksgezondheid die partij meebetaalt aan kosten

03.06.2024: “De zorg voor morgen begint vandaag(motto VTV-2024 i.c.m. regeerakkoord/preventie)

17.09.2024: Drinken kraanwater niet langer vanzelfsprekend veilig (KRW2027/verontreiniging/maatr.)

15.10.2024: Ambitie bij emissiereductie broeikasgassen dempt gezondheidseffecten (IPCC)

22.10.2024: Een vuiltje aan de lucht (over luchtkwaliteit, nieuwe EU-normen conform WHO)

02.12.2024: Kiezen voor gezonde toekomst (VTV-2024) 5W1H (RIVM-rapport/preventiebeleid)

24.02.2025: Stikstofschade leefomgeving vraagt al decennialang om ander beleid (gezondheid)

 

 

Vragen of opmerkingen?