Opnieuw is er aandacht voor het tekort aan verpleegkundigen (eerdere blog). Met signalen van wijkverpleegkundigen dat er in de eerste lijn honderden vacatures openstaan en dat de uitzendbureaus leeg getrokken zijn. Waarbij ook de 40% hogere kosten van een uitzendkracht al op de koop zijn toe genomen. Met nu cliëntstops bij hun zorg vanwege het tekort aan personeel, maar ook omdat het budgetplafond bij de desbetreffende instelling is bereikt. Beroepsorganisatie V&VN meldt dat er eind 2016 een tekort was van 1.000 wijkverpleegkundigen. Verder werken verzorgenden in de wijk bijna standaard meer dan hun contracturen. Een ander probleem is dat werkgevers in de zorg op ongezonde wijze concurreren en professionals bij elkaar wegkopen. Met het bieden van bonussen, hoge salarissen, andere lokkertjes en zelfs huisvesting. Zou je hier nog kunnen spreken van marktwerking, eerst valt de term ‘verdringing’, later wordt dit ‘kannibalisering’ genoemd. De instellingen vissen in dezelfde arbeidsmarktvijver en beconcurreren elkaar noodgedwongen bij het aantrekken van nieuwe collega’s. Het kostenverhogend effect zal door deze extra personeelsuitgaven voor allen duidelijk zijn.

Arbeidsmarktagenda 2023 (12 juli 2017)

Rapport:Tot en met 2022 groeit de benodigde werkgelegenheid in zorg en welzijn naar verwachting met ongeveer 125 duizend werkenden. Dat leidt zonder extra inspanningen tot een verwacht tekort van ongeveer 30 duizend verzorgenden en verpleegkundigen (mbo en hbo). Daarnaast zijn er op dit moment ruim 25 duizend vacatures, waarvan een groot deel in de zorg voor ouderen. Als gevolg van het kwaliteitskader verpleeghuiszorg groeit de werkgelegenheid nog eens met ongeveer 70 duizend werkenden extra. De totale werkgelegenheidsgroei in zorg en welzijn bedraagt daarmee bijna 200 duizend werkenden. In 2022 dreigt daarmee een tekort van ongeveer 100 tot 125 duizend werkenden”.

Wie is verantwoordelijk voor de opleiding van verpleegkundigen? 1. ziekenhuizen

Het Capaciteitsorgaan (laatste rapport: oktober 2016) inventariseert om het jaar de opleidingsbehoefte aan gespecialiseerde verpleegkundigen en medische ondersteuners. Ziekenhuizen bepalen daarna zelf hoeveel zij opleiden. Voor iedere afgeronde opleiding ontvangen zij van de NZa  een beschikbaarheidsbijdrage. Het aantal opleidingen is hierbij niet gemaximeerd. En op dit budget is niet bezuinigd, aldus de minister. De ziekenhuizen hebben de opleiding wat laten versloffen, aldus het Capaciteitsorgaan. Waardoor zij nu, om aan de vraag te kunnen voldoen, de komende jaren het aantal opleidingsplaatsen moeten verhogen van 1200 naar 2100. Dat is een stijging van 70 procent. Hiervoor is in 2018 227 mln. beschikbaar.

Wie is verantwoordelijk voor de opleiding van verpleegkundigen? 2. HBO

Er zijn ongeveer zeventien hogescholen met een opleiding tot verpleegkundige. Aandachtspunt is de numerus fixus dat een aantal hogescholen hanteert voor de opleiding tot hbo-verpleegkundige. Het aantal nieuwe studenten is gestegen van ongeveer 5.000 in 2014 naar bijna 6.500 in het afgelopen schooljaar. Voor het komende schooljaar (2017-2018) verwachten de hogescholen nog eens ruim 2.000 extra voltijd studenten op te gaan leiden. Voor sommige hogescholen betekent dit een verdubbeling van het aantal studenten. Capaciteit wordt beperkt door onvoldoende docenten en klaslokalen. Moeilijker nog is het bieden van voldoende en kwalitatieve stages. Nog steeds is er over de arbeidsmarkt een debat tussen VWS, hogescholen en werkgevers over deze numerus fixus. Alle partijen zien wel het grote belang van een zo groot mogelijke instroom van verpleegkundigen. Maar een taakstellende verplichting tot opleiding is er (blijkbaar) niet.

Deltaplan met 11 actielijnen

Het dreigende tekort van 100 tot 125.000 werkenden in de ouderenzorg moet ons allen aangaan. Het tekort aan wijkverpleegkundigen zal volgens VWS oplopen tot tussen de 2500 en 3500 in 2019. Ook aan verzorgenden in de wijk is er een gebrek. Met 11 actielijnen is er vandaag een rapport gepresenteerd. De huisartsenzorg is hierbij niet betrokken, hoewel de inzet van verpleegkundigen overdag in de huisartsenpraktijk en buiten de kantoortijden op de huisartsenpost steeds gewenster is. Maar gezien de partijen die het rapport hebben samengesteld, is dat misschien toch niet zo onbegrijpelijk (ActiZ, BTN, CNV Zorg & Welzijn, FNV Zorg & Welzijn, MBO Raad, NVZ en het ministerie van VWS). Maar ook de huisartsenzorg zal geconfronteerd worden met de beschreven schaarste van verpleegkundigen en de narigheid die daar mee gepaard gaat.