Per 2014 is een stelselwijziging in de GGZ doorgevoerd waarbij met succes een belangrijke plaats is ingeruimd voor de praktijkondersteuner huisarts (POH-GGZ). Het gaat dan om huisartsgeneeskundige zorg aan patiënten met psychische en sociale problemen, zoals omschreven in het basisaanbod huisartsgeneeskundige zorg (LHV, 2015) en recent in een toolkit. Met de stelselwijziging heeft er een verschuiving plaats gevonden van GGZ-patiënten: een toename bij de POH-GGZ en bij de generalistische basis (GB-)GGZ en een afname bij de gespecialiseerde GGZ. Daardoor daalden de totale behandelkosten tussen 2011 en 2015 van 3,33 naar 3,21 miljard euro. Een kostendaling vooral door een afname van zorg in 2e lijn en een afname van gespecialiseerde GGZ. Met bij deze afname een besparing van hun relatief dure gemiddelde behandelkosten per patiënt (tussen 2011 en 2015 nog stijgend van 4.274 naar 5.803 euro).

POH-GGZ

Financiering POH-GGZ vindt plaats door middel van declaratie van specifieke consulten en door een aanvullende opslagmodule op het inschrijftarief. Het maximumtarief voor de opslagmodule biedt ruimte om 12 uur per week per 2.350 patiënten een GGZ-praktijkondersteuner in te zetten. Aanvullende vergoedingen voor inzet van POH-GGZ boven het niveau van 1/3 fte per 2.350 patiënten, of hieraan gekoppelde eHealth en externe consultatie, kunnen overeengekomen worden binnen segment 3, onder de noemer “zorgvernieuwing”.  Het budgetkader POH-GGZ was in 2015 73,2 mln. euro, waaraan voor 2017 8,3 mln. is toegevoegd (totaal: 81,5 mln.). Inmiddels heeft 87% van de huisartsen een POH-GGZ en zijn na 2014 de gemiddelde behandelkosten per patiënt per jaar ongeveer 268 euro.

Aantal patiënten POH-GGZ en de kosten:

PO-GGZ      2011      2012      2013      2014      2015      2016
Patiënten     95.183  122.717  183.603  368.315  427.482       ??
Kosten (mln.)         29        42      109       138      138      151,8

Conclusie: na de stelselwijziging 2014 ziet de POH-GGZ meer dan een verdubbeling van het aantal patiënten en zien we tegelijkertijd een beperkte kostenstijging en een achterblijvend budgetkader POH-GGZ.

Is dit erg?

Is het erg als het budgetkader van een specifiek zorgsegment achter blijft bij de zorgkosten van dat segment? Nou, ja en nee! Nee, omdat VWS niet werkt met deelkaders. En binnen het totale kader er voldoende geld is om dit tekort op te vangen. Sterker nog, er is in 2016 op het totale budgetkader huisartsenzorg een onderschrijding van 139 mln. euro. Veroorzaakt o.a. door het onvoldoende indexeren van M&I-tarieven en onvoldoende inkoop van innovatieve S3 projecten. Ja, omdat de praktijkhouder wel degelijk per deelsegment moet kijken of de investering vanuit de overheid en/of verzekeraar voldoende waarborgen biedt voor de toekomst. Met een transparante (macro/micro) business case. De LHV heeft eerder al extra financiering voor POH-GGZ gevraagd (+ brief). Maar niet gekregen! Nu de kosten POH-GGZ (2016) verder oplopen (bron: monitor 2016), wordt de asymmetrie kader-kosten nog extra geaccentueerd. En blijft het dus oppassen, dat de financiering POH-GGZ niet het koekoeksjong is in het nest van de zangvogel.