Palliatieve zorg (PZ) in de thuissituatie staat onder druk omdat onduidelijk is wat hierover precies in zorgcontracten staat. Zoals bekend zijn de eerste stappen bij beleidsuitvoering van (ook) PZ de visie en missie, de laatste stappen zijn de bekostiging, tarifering en het zorgcontract over de verleende zorg (hier).

Vorige maand kwam dagblad Trouw met een verontrustend bericht van thuiszorgmedewerkers dat niet alle patiënten die dat willen thuis kunnen sterven. Eerder waren er al soortgelijke berichten bij Zorgvisie en de Volkskrant. En nóg eerder ook in mijn blogs.

28.05.2019: Mag aantal uren verpleging in palliatieve setting worden gemaximeerd? (1)

03.07.2019: Mag aantal uren verpleging in palliatieve setting worden gemaximeerd? (2)

Jaarlijks overlijden in NL 170.000 mensen, waarvan 120.000 niet onverwacht. 68% van de Nederlanders geeft aan het liefst thuis te sterven. In 2021 bleek “thuis” bij 21% de locatie van verlijden (Gupta, 2024).

Ook in deze blog ga ik in op het zorgcontract en de gecreëerde complexe regelgeving rondom PZ.

Wat stond er nu precies recent in de genoemde 3 nieuwsmedia?

Niet alle patiënten mogen thuis sterven, omdat verzekeraars dat te duur vinden”, Trouw, 29 januari 2025

Citaat: “Grote zorgverzekeraars eisen dat thuiszorg voor terminale patiënten ‘doelmatig’ is. Anders dekken zij de kosten niet en blijkt thuis sterven soms geen optie. Bureaucratie ten top, zeggen verpleegkundigen. Terminaal zieke of hoogbejaarde mensen die thuis willen sterven met een wijkverpleegkundige als verzorger, komen soms bedrogen uit. Ze overlijden alsnog in een ziekenhuisbed. De thuiszorg die ze wensen komt niet rond, omdat hulp volgens verzekeraars onredelijk duur zou zijn.

 Zorgverzekeraars gebruiken de doelmatigheidstoets omdat ze efficiënte zorg nastreven. Dit zou nodig zijn om het zorgsysteem betaalbaar te houden. Vallen de ingecalculeerde uren te hoog uit, dan vergoedt de verzekeraar niet alle kosten. De organisatie van wijkverpleegkundigen die – in de ogen van de verzekeraar – in gebreke blijft, riskeert dan een naheffing en lagere inkomsten.

Zilveren Kruis geldt als een van de uitzonderingen. Die grote verzekeraar besloot vorig jaar om geen doelmatigheidstoets meer uit te voeren, als het gaat om thuiszorg door een verpleegkundige aan een patiënt op het sterfbed. Ter verklaring zegt een woordvoerder: “Terminale zorg is altijd doelmatig, je weet gewoon nooit precies hoe zo’n zorgtraject verloopt.” Zilveren Kruis zegt te willen voorzien in een groeiende behoefte van ouderen om, als het zover komt, met hulp van een wijkverpleegkundige de laatste weken of maanden thuis te zijn, niet in een ziekenhuis.”

Sander de Hosson: ‘Palliatieve thuiszorg dreigt door de bodem te zakken’ (Zorgvisie, 8 maart 2024) + (Volkskrant, 9 maart 2024)

Citaat: “Ik maak me grote zorgen over de palliatieve zorg en stervenszorg in de thuissituatie. De bekostiging van palliatieve zorg aan huis is een groot probleem. Vroeger kon je 24/7 terminale thuiszorg krijgen, in situaties dat dit echt nodig was. In sommige regio’s geven zorgverzekeraars, ingegeven door de bezuinigingen, niet meer dan tien uur per week. De Hosson stelt dat 24/7 vaak niet nodig is. Maar om de grens sowieso op maximaal tien uur per week te stellen, dat gaat hem te ver. “Dat is echt te weinig. Je moet op zijn minst familie van stervenden beschikbaarheid kunnen garanderen voor als het niet goed gaat. Dat ze in zo’n geval altijd iemand kunnen bellen. Ik hoor van verpleegkundigen in verschillende regio’s echter dat tien uur per week echt de regel is. En dat is echt te weinig. Er moet meer aandacht komen voor de bekostiging van palliatieve thuiszorg. Zorgverzekeraars houden nu te veel de hand op de knip.”

Zoals het dan gaat als er ophef is, er komen Kamervragen en mag het ministerie antwoord geven (hier/hier)…

Kamerbrief, staatssecretaris VWS, 17 december 2024

Citaat: “De toegang tot palliatieve zorg is niet afhankelijk van de zorgverzekeraars.”

————————————————maar ook——————————————————-

Citaat: “Ik ga met zorgverzekeraars in overleg om de problematiek rond omzetplafonds scherp te krijgen en goede afspraken te maken dat omzetplafonds geen gevolgen meer hebben voor mensen die palliatieve zorg nodig hebben. Ik zal bij mijn gesprekken deze vragen betrekken. Daarnaast wil ik in het aanvullende zorg- en welzijnsakkoord (IZWA) afspraken opnemen over omzetplafonds. Zoals ik tijdens het plenaire debat palliatieve zorg en stervensbegeleiding op 27 november 2024 heb aangegeven zal ik u in het eerste kwartaal van 2025 het resultaat van de gesprekken doen toekomen.”

————————————————en ook———————————————————-

Citaat: “Ik vind het van belang dat patiënten die palliatieve zorg nodig hebben deze zorg ook tijdig krijgen. Ik heb daarom navraag gedaan bij Zorgverzekeraars Nederland en de zorgverzekeraars. Zij herkennen dit knelpunt niet. Er is geen opdracht om een gemiddeld aantal uren per client te besteden en er is ook geen sprake van een boete als een bepaald aantal uren overschreden wordt. Daarnaast blijkt uit navraag bij vier grote zorgverzekeraars dat zij de palliatieve zorg uit de benchmark halen en apart beoordelen (dat wil zeggen dat deze niet worden meegenomen in de totale doelmatigheidsafspraken).

Zorgverzekeraars erkennen dat palliatieve zorg een grillig verloop kan hebben. Als iemands gezondheid achteruitgaat, kan iemand ook weer (beperkt) herstellen, vaak tot hetzelfde of een iets lager niveau van functioneren.”

Het is verbazingwekkend dat het ministerie na 5 jaar ophef juist nu bij zorgverzekeraars gaat informeren bij PZ naar de omvang van omzetplafonds en de inzet van “doelmatigheidstoetsen”. Wij hebben in NL toch toezichthouders die contracten kunnen napluizen op artikelen die in strijd zijn met het recht op basiszorg? Blijkbaar gebeurt dat niet en verontwaardiging daarover ontbreekt. Maar ja, ben dan ook niet verrast dat er weinig verandert. Een resultaatverplichting bij zorginkoop van de basisverzekering speelt niet alleen in PZ (hier/hier/blog). Er is in NL om de zorg een betonnen schil van beheersingsstrategieën die toegankelijkheid van zorg, waarvoor premie wordt betaald, niet wil (of kan?) garanderen.

Blijft de hulpvraag van de burger die geconfronteerd wordt met PZ overeind als deze zelf de wens heeft thuis te willen sterven? Dit bespreken met patiënt/familie en een plan opstellen lijkt me bij uitstek een eerstelijns agendapunt (blog/blog). Deze zorg is mogelijk, bij voldoende beschikbaarheid van zorg, hulpmiddelen en zo nodig een meekijkconsult m.b.t. specialistische expertise, ook thuis uitvoerbaar. Ja, dat soms een hospice een (beter) alternatief is, is mij bekend (hier).

Op de natuurlijke beleidslijn tussen visie als eerste punt en contract als laatste punt staat prominent de inhoud van de PZ. Wat is goede palliatieve zorg? Met de juiste zorg op de juiste plek? Daar wordt onmiskenbaar veel aandacht aan besteed, te beginnen met het Kwaliteitskader PZ.

De vraag is dan of PZ thuis met enige beleidsvrijheid in een landelijk dekkend zorgaanbod vanuit het kwaliteitskader ook contractueel zo is te regelen?

Wat echter dan zichtbaar is, is complexe regelgeving en eindeloze visies op aspecten van bekostiging van PZ, inclusief de inzet van specialistische expertise.

Nationaal Programma Palliatieve Zorg II, 24 oktober 2024

Citaat: “Het ontbreken van passende bekostiging voor transmurale zorg en de samenwerking die dat vraagt tussen de betrokken professionals zorgt ervoor dat de transmurale zorg nog niet overal optimaal georganiseerd en geleverd wordt. Uit de eerste resultaten van TAPA$ blijkt dat het goed organiseren en passend bekostigen positief bijdraagt aan de kwaliteit van palliatieve zorg en kosteneffectiever is.

+

NZa, palliatieve zorg, 2024/2025

Citaat: “Goede palliatieve zorg draagt bij aan de kwaliteit van leven en voorkomt niet-passende zorg. Als NZa kijken we hoe de bekostiging kan bijdragen aan de kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid ervan. In de visie ‘Bekostiging palliatieve zorg’ van de NZa concluderen wij dat het voor zorgaanbieders eenvoudiger moet worden om samen palliatieve zorg te organiseren. De huidige bekostiging sluit onvoldoende aan bij het sector- en domeinoverstijgende karakter van palliatieve zorg. Dit maakt transmurale en multidisciplinaire samenwerking tussen zorgverleners en centrale coördinatie moeilijk. Andere vormen van bekostiging zijn nodig voor een toekomstgerichte passende bekostiging. De NZa zet hiervoor experimenten op. Ook ontwikkelen we regioanalyses waarin palliatieve zorg een plek krijgt, om zo inzicht te krijgen in de populatie en het zorggebruik.”

+

Palliaweb, hoe financier je een transmuraal team palliatieve zorg? (30 oktober 2024)

Citaat: “Experiment-status: TAPA$ is een experiment onder de beleidsregel Innovatie voor kleinschalige experimenten van de NZa. Deze beleidsregel biedt zorgaanbieders de ruimte om kortdurend en kleinschalig te experimenten met innovatieve zorgprestaties. Een groot deel van de innovatie-experimenten die via de beleidsregel Innovatie voor kleinschalige experimenten wordt aangevraagd, komt na verloop van tijd terecht in de reguliere regels. De contractpartij voor deze vier prestaties is de zorgverzekeraar. Voor de vier TAPA$-prestaties geldt een vrij tarief. Het tarief moet dus tussen zorgverzekeraar en zorgaanbieder nader overeengekomen worden.”  

+

Handreiking financiering palliatieve zorg 2025, (Palliaweb, 28 januari 2025)

Omzetplafonds.

Citaat: “Indien een zorgverzekeraar een omzetplafond hanteert, vergoedt die binnen het omzetplafond de zorg die noodzakelijk is. Eind 2021 is er in verband met het Hoofdlijnenakkoord wijkverpleging onder leiding van VWS met de sector afgesproken dat een cliënt met spoedzorg/ptz niet benadeeld mag worden door cliëntenstops, als gevolg van budgetplafonds, en dat deze daarom buiten de cliëntenstops worden gehouden.
Hierover is de volgende afspraak gemaakt:
“Stel er meldt zich een cliënt die spoedzorg/ptz nodig heeft bij een aanbieder die zijn omzetplafond heeft bereikt. Dan meldt de zorgaanbieder dat bij de zorgverzekeraar van de cliënt (bv. per mail aan de afdeling zorgbemiddeling van de zorgverzekeraar), die vervolgens 24 uur de tijd heeft om te reageren dat de zorgaanbieder de patiënt NIET in zorg mag nemen, omdat de zorgverzekeraar een andere zorgaanbieder heeft gevonden. Hoort de zorgaanbieder niets binnen 24 uur, dan neemt deze de cliënt in zorg en worden de kosten volledig vergoed door de zorgverzekeraar. Verandert de casemix van een zorgaanbieder, dan wordt dit meegenomen in de doelmatigheidsafspraken van een volgend jaar
.”

Op de beleidslijn staat tussen visie (begin) en contract (einde), behalve de inhoud, ook de bekostiging. Met als opmerkelijk gegeven dat ELK jaar de handreiking over financiering van PZ wordt aangepast (zie plaatje onder titel). Bijvoorbeeld t.a.v. 2025…

 

Mijn conclusie is dat dit een zwaktebod is. PZ die de laatste jaren eindeloos wordt vermalen binnen minstens 500 pagina’s beleidstaal. Het is dwalen binnen een woud aan regels. Waar ook de overheid ten aanzien van beleidsvertraging (hier) zelf een flinke vinger in de pap heeft. Lees maar mee: NPPZ II (6pg.), met tussentijdse evaluatie Palliantie II (51 pg.),  Gupta-rapport (60pg.), de strategische agenda (15pg.), inkoopspecificaties, jaarlijkse handreiking financiën (93pg.), kwaliteitskader (94pg.), toekomstscenario (60pg.), Kamerbrief staatssecretaris (16pg.) + Kamerbrief VWS (38pg.), visie NZa op bekostiging (59pg.) etc.

In het Gupta-rapport met de spreekwoordelijke titel “De olifant de kamer uit” wordt allereerst gemeld (pg.30/31) dat implementatie van het kwaliteitskader voldoet aan de criteria voor impactvolle transformatie en passende zorg, zoals door 14 zorg- en welzijnspartijen beschreven in IZA (Integraal Zorgakkoord, 16 september 2022 + samenvatting).

 

een landelijk uniforme regeling, omdat sterven niet regionaal wordt bepaald

Dat mag dan waar zijn, maar het IZA kent een regioreligie, met regionale transformaties met hulp van voorbereidings- en uitvoeringssubsidies per regio, waarbij deze laatstgenoemde bekostiging per definitie een tijdelijk karakter heeft. Mijn pleidooi echter is inkoop binnen een landelijke regeling van wijkgebonden PZ met een definitieve bekostiging.

AAN de zorg/IN de zorg

Marjet Veldhuis beschreef recent een update van haar eerdere bevindingen over PZ m.b.t. de kwalitatieve slag in theorie en op papier (AAN-de-zorg, gefinancierd door subsidies) versus de kwalitatieve kaalslag in de praktijk en realiteit (IN-de-zorg, gefinancierd door zorgverzekeraar en zorgkantoor). Haar conclusie destijds in 2023: alle aandacht en geld dat naar organisatie en onderzoek van de palliatieve zorg gaat (breed), staat in schril contrast met de aandacht en het geld dat naar de uitvoering (praktijk) van de zorg gaat. Vervolgens liet zij deze maand het vervolg noteren…

Marjet Veldhuis, 7 februari 2025

Citaat: “Kort door de bocht denk ik inmiddels dat ook hier de aandacht gaat naar de uitvoering/praktijk (IN-de-zorg) en het geld naar organisatie en onderzoek/theorie (AAN-de-zorg). Palliatieve zorg is ‘hot’ (politiek-gevoelig) en valt de laatste jaren in de categorie ‘toverwoorden’. Toverwoorden zorgen voor extra geld, subsidies en inkomsten voor AAN-de-zorg en zijn daarmee ook garantie van inkomen en bestaan. Zolang er maar problemen zijn en ’toverwoorden’), blijven de subsidie-ontvangende organisaties bestaan.

Actuele berichten over de tekorten en slechte organisatie van palliatieve zorg zorgen bij de politici voor onrust. Aan de ene kant wil men er niet op afgerekend worden dat ze dit hebben laten gebeuren, aan de andere kant wil men scoren op dit onderwerp. Het wordt gebruikt voor een politieke strijd. De oplossing wordt dan al snel: meer geld.

Is geld de oplossing?

Bij het geven van geld wordt daarbij volledig voorbijgegaan aan de vraag waar dat geld dan naar toe gaat: organisatie en onderzoek (AAN-de-zorg) of de praktijk en realiteit (IN-de-zorg, daar waar het probleem ligt).

En misschien nog wel belangrijker. Welke invloed heeft de Tweede Kamer op de praktijk en realiteit? In dit domein bepaalt de private zorgverzekeraar (en in het kielzog het zorgkantoor) de toegang voor de palliatieve zorg. Lees hier de hoepels waar IN-de-zorg inmiddels door heen moet springen voor/tijdens/na Palliatieve (Terminale) Zorg.”

Tot slot

Binnen IZA zijn op dit moment 12 regio’s actief die de Transformatie palliatieve zorg handen en voeten willen geven. Dat betekent het schrijven van de IZA-sneltoets en de Transformatieplannen palliatieve zorg (hier/hier). Het feit dat de gesprekken zijn gestart betekent niet dat alle regio’s ook al de snelle toets (bv./bv.) hebben doorlopen dan wel dat het Kwaliteitskader volledig is geïmplementeerd.

Daarnaast loopt het programma “Optimaliseren Onderwijs Palliatieve Zorg”, waarin wordt gewerkt aan implementatie en borging van palliatieve zorg in de basis- en vervolgopleidingen voor artsen (wo) en in de opleidingen voor verpleegkundigen en verzorgenden (hbo en mbo). Op dit onderdeel is inmiddels een netwerk van acht onderwijsknooppunten palliatieve zorg gevormd.

Of dit alles ook gaat leiden tot betere borging van de palliatieve zorg en stervenszorg in de thuissituatie, is maar helemaal de vraag. Als pikant detail is tot slot nog een eerder bericht van pakketadviseur Zorginstituut Nederland over kosteneffectiviteit PZ toe te voegen (ZiN, 2 november 2023 + rapport, november 2024)

Citaat (pg.19): “De geschatte impact van de verplaatsing van alle palliatieve terminale zorg naar een hospice is een besparing van 4 tot 5 procent van het totaal aantal uren wijkverpleging (tussen de 1,7 miljoen en 2,3 miljoen uur voor 22.000 cliënten). Hierbij is het belangrijk om aan te geven dat het om alle cliënten gaat die palliatieve terminale zorg nodig hebben. Dus niet alleen om de cliënten waar de zorg niet doelmatig thuis geleverd kan worden. De verschuiving van alle palliatieve zorg naar hospicezorg vraagt daarnaast om, in onze ogen, een niet realiseerbare toename van het aantal beschikbare bedden met de bijbehorende zorgverleners. Dit is een vraagstuk met conflicterende waarden: tegemoetkomen aan de wens van de cliënt vergeleken met het streven naar goede en passende zorgverlening.”

Persoonsgerichte PZ is zorg die is afgestemd op iemands persoonlijke behoeften, wensen en voorkeuren. Een (vrijwilligers) organisatie kan daarbij ook helpen en kan via de Regeling palliatieve terminale zorg en geestelijke verzorging thuis (Regeling PTZ) in aanmerking komen voor een subsidie per cliënt met een levensverwachting van minder dan 3 maanden.

Als iemands laatste wens is, thuis te willen sterven, dient deze mogelijkheid overeind te blijven, op voorwaarde dat de PZ “IN de zorg” goed geregeld kan worden met inachtneming van ieders professionele standaard, vastgelegd in het contract van zorginkoop van alle deelnemende zorgverleners. Binnen een landelijk uniforme regeling, omdat sterven niet gekoppeld is aan een regionaal territorium.

 

Vragen of opmerkingen?