Elke gemotiveerde zorgverlener streeft naar verbetering van zorg en praktijkvoering. Voor mij als huisarts was het beste leerproces ‘gewoon’ dagelijks te werken. Daarnaast kreeg ik (n=1) nuttige leerinformatie via nascholing, vakbladen en internetsites. Maar er zijn meer bronnen voor de goede input…
Patiënten
Elk consult levert iets zinvols op. Bij de consultvoering met anamnese, vraagverheldering en gezamenlijke besluitvorming. Maar ook in de spreekkamer met gezonde nieuwsgierigheid informeren naar ieders persoonlijke context geeft nuttige info. De persoonlijke levensverhalen, nodig voor het consult, geven ook elke dag een actueel overzicht van de stand van de maatschappij inclusief de zorg.
VWS
Als het gaat over specifiek de stelselwetten dan staat met stip op 1 de website van de overheid. Dagelijks passeren diverse documenten. Komt een onderwerp in het nieuws (krant, nieuwsrubriek) dan is het veelal al eerder te lezen op de website. Daarmee kunnen de politici de snelst geïnformeerde burgers zijn. Ook verschijnen er talloze rapporten (overzicht), in de eerste helft van 2017 bijvoorbeeld al 67 rapporten over de care en 54 over het zorgstelsel (cure). Dit gaat gepaard met Kamervragen. Levi, zorgbestuurder van de buitencategorie, zegt hierover in Medisch Contact: “In 2016 hebben de minister en de staatssecretaris van VWS ongeveer 2500 Kamervragen beantwoord, het meeste van alle bewindslieden. Als je door al die vragen bladert komt één antwoord wel erg vaak terug: ‘Daar ga ik niet over.’ Het illustreert de afstand die de overheid heeft genomen op het gebied van de volksgezondheid en de organisatie daarvan. En dat leidt onmiddellijk tot misschien wel het grootste probleem in de Nederlandse gezondheidszorg: niemand heeft de leiding bij lastige beslissingen of noodzakelijke verbeteringen. En daarom worden er al jaren geen belangrijke stappen gezet bij het daadkrachtig doorzetten van integratie van eerstelijns- en tweedelijnszorg, bij een betere regionale organisatie van spoedeisende zorg”. Mij viel op dat in de rapporten zelden de opdrachtbrief staat (welke specifieke onderzoeksvraag is er nu gesteld?) en nooit de rapportkosten staan vermeld. Want om een rapport te schatten op de toegevoegde waarde, wil je toch de prijs/kwaliteitsverhouding weten? Deze transparantie geldt bijvoorbeeld wel voor de zorgverleners, waar het openbaar maken van tarieven en prestaties in de wet (Wmg) is vastgelegd! En geldt dan hier dat deze informatie over de kostprijs van een rapport “concurrentiegevoelig” is? Moet je dan een WOB-procedure starten…?
NZa
Met name in de maand juli verschijnen in rap tempo de Beleidsregels en Tariefbeschikkingen van de diverse sectoren. Gepubliceerd in de tijd tussen het Rijksjaarverslag (juni: met de kosten van vorig jaar) en de Rijksbegroting (september: ‘Miljoenennota’ met de verwachte kosten van volgend jaar). Ook de Marktscans van de NZa zijn uiterst nuttig voor beleidsmakers en … bloggers.
Verzekeraars
De website van de verzekeraars is het meest relevant in het najaar. Tussen 1 oktober en 7 november kan er gecontracteerd worden. Op 15 oktober krijgen verzekeraars informatie over de vereveningsbijdrage voor hun klanten van het komende jaar. Verder moeten verzekeraars voor 19 november de nominale premie bekend maken, want op deze datum start de transferperiode. En bleek dat bijvoorbeeld in 2016 6,9% van de burgers overstapte naar een andere verzekeraar. Met als belangrijkste argument om over te stappen de hoogte van de totale premie. Omdat er voor het zorgstelsel een verzekeringsplicht is, gaat de informatie op de website van de verzekeraar ons ook allen aan.