In de Tweede Kamer willen 17 fracties dat het Centraal Planbureau opnieuw onderzoek gaat doen naar de kosten van levensonderhoud. Met als doel dat er voor Prinsjesdag (20 september 2022) zicht komt hoeveel huishoudens, hoeveel kinderen, hoeveel ouderen, onder de armoedegrens terecht komen. Anders gezegd: hoeveel huishoudens geraken binnen de nieuwe armoede en kunnen op dit moment hun maandelijkse kosten niet langer betalen?

In deze blog ga in op armoede en de consequenties voor de zorg en het nog af te sluiten zorgakkoord.

Nog maar recent onderzoek van hetzelfde Centraal Plan Bureau (CPB, augustus 2022)

Citaat: “De koopkracht gaat onderuit, voor de laagste inkomens komt de klap dankzij het tijdelijke beleid pas volgend jaar. De combinatie van hoge inflatie en gematigde loonstijging leidt tot een forse daling van de koopkracht van in doorsnee 6,8% in 2022. Dat geldt niet voor huishoudens met een inkomen tot 120% van het sociaal minimum, die dit jaar profiteren van de energietoeslag van 1300 euro. De energietoeslag bereikt echter niet alle kwetsbare huishoudens, de eerdere stresstest van het CPB liet zien dat er ook boven de 120% van het sociaal minimum nog een aanzienlijk groep is die risico loopt om niet rond te komen. Doordat de energietoeslag eenmalig is, wordt bij de inkomensgroep tot 120% van het minimum juist in 2023 een forse min zichtbaar. Komend jaar is de koopkracht voor de meeste andere groepen in doorsnee licht positief, dit is vooral het gevolg van de bij het coalitieakkoord afgesproken lastenverlichting en de verhoging van het minimumloon, inclusief de doorwerking daarvan op de uitkeringen.”

Integraal Zorgakkoord (IZA)

Zoals bekend begint deze week een cruciale fase (NRC, 23 augustus 2022) bij het tot stand komen van het Integrale Zorgakkoord (IZA). De conceptversie van het IZA verscheen op 12 augustus 2022 en werd al van commentaar voorzien in twee blogs (blog/blog en hier op ICT-gebied).

Prominent in de conceptversie IZA wordt aandacht gevraagd voor preventie en leefstijl. Dan gaat het over bijvoorbeeld over niet vrijblijvende afspraken tussen zorgverzekeraars en gemeenten over gezondheidsbevordering van de bevolking, over een regionale netwerkstructuur waarin zorgprofessionals en gemeente samenwerken aan een regionale preventie-infrastructuur, maar ook over de afspraak dat de zorgverzekeringswet daar waar nodig ruimte geeft aan leefstijlinterventie als structureel onderdeel van de reguliere zorg voor mensen met gezondheidsklachten.  Citaat IZA: “partijen die werkzaam zijn in het domein van de Zorgverzekeringswet streven ernaar dat uiterlijk 1 januari 2025 de inzet op gezonde leefstijl integraal onderdeel uitmaakt van de reguliere zorg voor mensen met een gezondheidsklacht, aandoening of ziekte.”

 

 

 

“Wetend dat gezondheidsachterstanden samenhangen met werkloosheid, schulden, een ongezonde leefomgeving en een gebrek aan sociale relaties, dan betekent dit ook dat vele mensen met een laag inkomen en zelfs een middeninkomen nu door inflatie en de energiecrisis een extra risico lopen op een slechtere gezondheid”

Echter: beperkte rol medische zorg als bijdrage aan gezondheid

Al heel lang is bekend dat gezondheid méér is dan medische zorg: 89% van de gezondheid vindt plaats buiten de klinische ruimte door onze genetica, gedrag, omgeving en sociale omstandigheden. Deze factoren staan ​​bekend als de sociale determinanten van gezondheid.

In 2017 zijn deze determinanten gevisualiseerd (hier + zie foto onder de titel). Medische zorg draagt dus slechts voor 11% bij aan gezondheid. Beleidsmatig betekent dit dat ook andere ministeries dan VWS betrokken moeten zijn bij de 7 agendapunten van het IZA.

Nu bekend is dat armoede enorme consequenties heeft voor het ontstaan van verschillen in gezondheid én dit kabinet de ambitie heeft uitgesproken vermijdbare gezondheidsverschillen tussen burgers te verkleinen (Coalitieakkoord, pg.34/35), zit niemand te wachten op meer armoede en juist grotere gezondheidsverschillen. De budgettaire vraag van betalen ligt bij het ministerie van Financiën, de bijdrage als oplossing bij degenen die rijk zijn geworden tijdens de pandemie (hier/hier en hier, via de Bofbelasting of een ruimere vermogensbelasting).

21.12.2021: Verkleinen gezondheidsverschillen: kabinet Rutte IV aan zet (volgens coalitieakkoord)

12.04.2022: Staatssecretaris: preventieeen tandje bijschakelen”, wat betekent dat? (kabinet!)

13.05.2022: Op weg naar een integraal zorgakkoord (toelichting op 7 agendapunten bij IZA)

De impact van armoede

In een prachtig recent interview (Volkskrant, 21 augustus 2022) zegt deze huisarts over armoede: “Je moet niet helpen door te praten, dat komt later wel. Je moet eerst vragen wat iemand nodig heeft. En dat is vaak gewoon extra geld of praktische hulp.” En bv.: “Maar armoede is gewoon een gebrek aan geld. Ik veroordeel niet meer, daarvoor heb ik al te veel gezien. Ik kijk of ik mijn patiënten kan helpen om betere keuzes te maken, maar dat is vaak nog niet zo makkelijk.”

Zelf was het onderwerp over “armoede” al eerder onderwerp in mijn blogs:

28.05.2018: Schuldenproblematiek raakt ook het medisch domein (geen perspectief)

10.11.2018: Alleen met interventies zijn problemen in achterstandswijken oplosbaar

19.08.2019: Armoede, een weg te werken schandvlek (een voedingsbodem voor slecht ouderschap enz.)

23.08.2019: Dakloos (30.000!)

Tot slot

Wetend dat gezondheidsachterstanden samenhangen met werkloosheid, schulden, een ongezonde leefomgeving en een gebrek aan sociale relaties, dan betekent dit ook dat vele mensen met een laag inkomen en zelfs een middeninkomen nu door inflatie en de energiecrisis een extra risico lopen op een slechtere gezondheid. De voltallige oppositie en CU hebben nu vanuit de politiek een extra oordeel gevraagd van het CPB. Zodat op Prinsjesdag de knoop wordt doorgehakt en het regeringsbeleid kan worden getoetst aan Artikel 20 van de Grondwet. Niemand zit te wachten op meer burgers met een slechtere gezondheid. Meer armoede door een lager inkomen zal daarnaast een negatieve invloed hebben op afgesproken doelstellingen uit het Nationaal Preventieakkoord (Nationaal Preventieakkoord, 23 november 2018, met actuele toelichting + vervolg).

 

 

Vragen of opmerkingen?