Inspirerende mensen hebben we nodig in de zorg en dus ook inspirerende artsen. Artsen die goed werk leveren via een combinatie van vakmanschap, morele verantwoordelijkheid en persoonlijke betrokkenheid. Vandaag in de schijnwerper: Liesbeth van Rossum.
Liesbeth van Rossum
De inspiratie bij deze internist-endocrinoloog uit het Erasmus MC in Rotterdam zit voor mij in haar opstelling ten aanzien van mensen met obesitas, waarbij zij de droge medische feiten koppelt aan mededogen voor haar obese patiënten. Dat telkenmale weer in de media uitlegt en ook bereid is stelling te nemen bij beleidskeuzes bij een te obesogene leefomgeving. Zij is ook voorzitter van Partnerschap Overgewicht Nederland (PON), een koepelorganisatie die zich bezighoudt met het thema overgewicht. Bedenk dat in 2020 ongeveer 50% van de Nederlanders van 18 jaar en ouder matig of ernstig overgewicht (BMI >24) heeft (bron).
Zij maakt als professional duidelijk dat obesitas geen kwestie is van “eigen schuld, dikke bult”, maar dat ook vaak sociale, psychische, hormonale of genetische factoren een rol spelen. Obesitas is een ziekte van lichaam én brein: er is vaak meer aan de hand dan karakterzwakte, zo meldt ze. Wel zegt zij dat het op orde krijgen van de leefstijl vrijwel altijd het eerste advies is.
Op 20 april 2021 heeft zij het Europees parlement toegesproken in haar hoedanigheid als Europees leider van het thema Obesitas, Diabetes, Voeding en Metabolisme van de European Society for Endocrinology (ESE). Ook onderwijst en instrueert ze Europese obesitas-experts in opleidingsprogramma’s van de European Association for the Study of Obesity (EASO). Inspirerend, hopelijk ook voor politici.
Tot slot heeft zij ook een belangrijke bijdrage geleverd aan onderzoek waarbij een relatie werd aangetoond tussen obesitas en een verstoord immuunsysteem. Daarmee lijkt het verbeteren van de leefstijl een goed wapen in de strijd tegen een ernstig beloop van virusinfecties, zoals bij COVID-19. In een tijd waarbij vaccineren nu nog vooroploopt, een feit om richting een toekomstig beleid goed in de gaten te houden.
Citaten uit interviews met Liesbeth van Rossum
Ik zie schaamte, veel zelfverwijt en diepongelukkige mensen. Vaak zijn ze al een leven lang in gevecht met hun omvang. Mijn patiënten hebben vaak alles gedaan en geprobeerd. Streng lijnen, fanatiek sporten. Ze willen echt afvallen, maar niets helpt. En, wat ook niet helpt, is „de obesogene omgeving”. Overal is er aanbod van verkeerd voedsel. Stress, ook funest. Dat bleek bij onderzoek naar drieduizend gezonde Rotterdamse kinderen van zes jaar. De kinderen met het hoogste stresshormoonniveau blijken een negenvoudig verhoogd risico te hebben op obesitas. Er is veel ziek in je lichaam als je heel dik bent. Obesitas lossen we niet op door mensen alleen worteltjes te laten eten. Daarmee miskennen we dat het een complexe ziekte is en dat in een obees lichaam tal van regelmechanismen in gang zijn gezet die afvallen tegenwerken. Obesitas is, net als suikerziekte, chronisch. De strijd tegen de kilo’s duurt levenslang. In Nederland kampt ruim vijftig procent van de bevolking boven de 18 jaar met overgewicht of obesitas. Zo’n 3,5 tot 5 miljoen mensen komen in aanmerking voor een GLI (Gecombineerde Leefstijl Interventie), een langdurig en bewezen effectief traject dat stoelt op drie pijlers: gezonder eten, meer bewegen en psychologische ondersteuning bij een duurzame gedragsverandering. Mensen denken vaak dat op dieet gaan een obesitas-behandeling is, maar dat is het niet. Met een dieet, waarbij je laag in de calorieëngaat, gaat je verzadiging omlaag, je verbranding gaat omlaag, je krijgt gewoon meer trek. Je komt vaak hoger uit in gewicht. Dus lange termijn werkt het vrijwel nooit. Corona heeft duidelijk gemaakt wat ‘een krachtig wapen’ een goede volksgezondheid zou zijn in de strijd tegen infectieziekten. We weten dat te veel buikvet in feite een ziekte is, en onder andere leidt tot een constante laaggradige ontsteking. Daarvan raakt je immuunsysteem uit balans, het is de hele tijd hyperactief. Als er dan een bacterie of virus langskomt, is het niet goed meer in staat die aan te vallen.’ Je hoeft echt geen slanke den te worden om gezond te worden. Als je 5 tot 10 procent vet verliest, maakt dat al enorm verschil. Buikvet is een orgaan en als je er te veel van hebt, wordt dat orgaan ziek, net zoals je hart en lever ziek kunnen zijn. Als ons hart of onze lever ziek is, dan vinden we dat erg. Maar als ons vet ziek is, dan beseffen we dat pas bij een hartinfarct. Onze vetmassa is een actief orgaan dat via tal van stoffen communiceert met onze hersenen, immuunsysteem en tal van organen. Als je te veel (of te weinig) vet hebt, dan gaat het dysfunctioneren. Het is hoog tijd dat we obesitas serieus nemen en niet pas wachten op ziekte met behandelen. Andersom geldt ook: laat je het buikvet slinken, dan heeft dat onmiddellijke positieve gezondheidseffecten. De immuunfunctie gaat beter werken en waarschijnlijk dus ook de afweer tegen onder meer het coronavirus. De hormonen die je spijsvertering regelen, komen weer in balans, waardoor het hongergevoel afneemt. De suikerspiegel normaliseert. Buikvet stuurt ook ontstekingsstofjes naar de hersenen, waarvan je somber wordt. Val je af, dan is het makkelijker je vrolijk te voelen. En daar komt nog bij dat mensen met een gezond gewicht minder worden gediscrimineerd, een grotere kans op een baan hebben. De psychosociale gevolgen van obesitas zijn enorm. Europa zou obesitas moeten onderkennen als een ernstig ziektebeeld dat in een zo vroeg mogelijk stadium moet worden behandeld. Obesitas kan niet alleen leiden tot diabetes en hart- en vaatziekten, maar ook tot 13 vormen van kanker, gewrichtsproblemen, onvruchtbaarheid, depressie en ernstig beloop van infecties zoals Covid-19. Nu wordt er vaak pas ingegrepen als een dergelijke extra ziekte al ontstaan is. Als de obesitaspandemie serieus was aangepakt, zou de coronapandemie veel minder impact hebben. Maar te weinig beleidsmakers nemen echt bestuurlijke verantwoordelijkheid voor bestrijding van de obesitaspandemie. We laten zo veel kansen liggen in zowel de spreek- en bestuurskamers als op het vlak van primaire preventie bij diverse ministeries.” (Einde alle citaten)
|
Eerdere blogs over inspirerende artsen:
19.10.2019: Inspirerende artsen (01): Piet van Loon
05.12.2019: Inspirerende artsen (02): Dirk de Wachter
03.02.2020: Inspirerende artsen (03): Wanda de Kanter
04.01.2021: Inspirerende artsen (04): Marcel Slockers