Deze week is het Rijksjaarverslag 2017 van het ministerie van VWS verschenen. Dit rapport is wat betreft de curatieve zorg gebaseerd op daadwerkelijke kostencijfers van bij de zorgverzekeraars ingediende declaraties. Met dit jaarrapport wordt inzichtelijk of de destijds opgestelde begroting, gepresenteerd in de Rijksbegroting 2017 (= de Miljoenennota 2017) correspondeert of afwijkt van de exploitatiecijfers. Elk jaar in mei wordt het Rijksjaarverslag gepresenteerd. Met toevoeging van de macrokosten van nieuw beleid (hoofdlijnenakkoorden) komt de minister dit jaar op Prinsjesdag weer met een nieuwe Rijksbegroting en een nieuwe VWS-rekenpremie, dan betreft het jaar 2019.

Wat zijn de opmerkelijke feiten/citaten in het recente Rijksjaarverslag 2017?

Citaat (pg. 157):” In dit jaarverslag 2017 kan net als in de jaren 2013 tot en met 2016 een onderschrijding van het Budgettair Kader Zorg worden gemeld. In de begroting 2017 werd reeds uitgegaan van een kaderonderschrijding van € 1,4 miljard. Deze is op basis van actuele inzichten opgelopen tot € 2,6 miljard. De oploop van de kaderonderschrijding met € 1,2 miljard is het saldo van € 0,6 miljard lagere zorguitgaven (die meer dan volledig voor rekening van de Zvw komen; de Wlz-uitgaven en de begroting gefinancierde zorguitgaven zijn juist hoger uitgekomen) en een opwaartse bijstelling van het kader van € 0,6 miljard ten opzichte van de ontwerpbegroting 2017

Citaat (pg. 166):” In de afgelopen jaren zijn met betrokken partijen in de medisch- specialistische zorg (MSZ), de geneeskundige ggz, de huisartsenzorg en de wijkverpleging akkoorden gesloten of anderszins afspraken gemaakt. In die akkoorden en afspraken zijn ook budgettaire afspraken opgenomen over een gematigde, maximaal toegestane groei. Aangezien de akkoorden eind 2017 afliepen, heeft het vorige kabinet medio 2017 voor het jaar 2018 transitieafspraken gemaakt.  De realisatie van de financiële afspraken voor de ggz en huisartsen laat vanaf de start onderschrijdingen zien. Voor de MSZ is na overschrijdingen in 2012 en 2013 sprake van onderschrijdingen in 2014 en 2015 en een relatief beperkte overschrijding in 2016 en een (voorlopig) hogere overschrijding in 2017. De wijkverpleging vertoont onderschrijdingen in 2015, 2016 en 2017. De voorlopige resultaten weerspiegelen in het algemeen de werking van de gesloten zorgakkoorden, waarbij de zorgverzekeraars en zorgaanbieders erin zijn geslaagd de zorgkosten te beteugelen door onder meer een strikt inkoopbeleid te handhaven. Specifiek voor de MSZ hingen de overschrijdingen in 2012 en 2013 samen met de verrekenbedragen uit het transitiemodel bij de overgang naar prestatiebekostiging. Bij de ggz zijn de substitutie naar de POH-ggz en de verschuiving van de specialistische ggz naar de generalistische basis-ggz mogelijke verklaringen. Bij de huisartsenzorg is de POH-ggz sterk gegroeid, terwijl de groei bij de abonnementsvergoedingen beperkt is gebleven. De meeste groei zit in de ketenzorg, de multidisciplinaire zorgverlening (MDZ). De kaders voor huisartsen en MDZ worden in samenhang bezien”.

Citaat (pg. 172):” In het jaar van het Convenant Huisartsenzorg (2013) zijn de uitgaven binnen het afgesproken kader voor 2013 gebleven: op basis van actuele cijfers van het Zorginstituut is in dat jaar sprake van een onderschrijding van € 83 miljoen. Het Bestuurlijk Akkoord Eerste lijn voor 2014–2017 betreft zowel de huisartsenzorg als de multidisciplinaire zorgverlening. Op basis van actuele gegevens van het Zorginstituut is per saldo sprake van een onderschrijding van respectievelijk € 24 miljoen (2014), € 108 miljoen (2015), € 70 miljoen (2016) en € 108 miljoen (2017).”

Overzicht: (pg. 174): Actueel financieel beeld van de zorgakkoorden (1 = € 1 miljoen)

 Jaar     MSZ Instelling MSZ excl. transitie      MSZ vrijgevestigd  MSZ GGZ Huisarts/MDZ Wijkverpleging
2012    +562   +  81    –  32
2013    +487   +  90    –  90 -261      –  83
2014    -192   – 234    -130 -344      –  23
2015   -387 -320      -108        –  53
2016  +129 -305      –  70        -221
2017  +292 -307      -108        -102

 

Conclusie

Huisartsenzorg vertoont al vijf jaar achtereen een onderschrijding en dat in een tijd dat elk jaar méér werk is verricht. In de basisdagzorg stijgt het aantal consulten per jaar al sinds 2006 (“de financiële staat”, versie 26: blog/blog). Het laatste jaar (2017) ongeveer 10 miljoen consulten extra ten opzichte van 2016. Het laatste jaar steeg ook het aantal patiënten wat ketenzorg geniet: van 1,6 miljoen (2016) naar bijna 1,8 miljoen in 2017. Het is geen kunst de kosten te laten dalen na het verplaatsten van zorg naar een ander echelon. Het is de kunst een passende financiering te vinden voor de partij die deze extra zorg op zich neemt! De uitgaven aan medisch-specialistische zorg zijn in de jaren 2016 en 2017 hoger uitgepakt dan was afgesproken in het toenmalige hoofdlijnenakkoord. Als verzachtende omstandigheid voor dit feit noem ik het nog onvoldoende ingericht zijn van eerstelijnsverblijven (blog).

Overschrijding medisch-specialistische zorg

In het Rijksjaarverslag blijkt deze overschrijding 421 mln. euro (129+292: overzicht) te zijn. Met invulling van het hoofdlijnenakkoord medisch specialistische zorg, recent afgesloten, is de overschrijding (blijkbaar) door VWS kwijtgescholden. Want in dat hoofdlijnenakkoord is te lezen: (citaat, pg 11, punt 3.3): “voor de jaren 2016 en 2017 is op basis van huidige inzichten in de medisch specialistische zorg een overschrijding zichtbaar t.o.v. van de afgesproken kaders voor het MBI voor de betreffende jaren. Ten aanzien van deze overschrijdingen zal het MBI niet worden ingezet“. Budget terugvorderen van de medisch-specialistische zorg, dat wil het ministerie dus niet. Maar méér uitgeven dan begroot, betekent binnen de zorgwet dat dan na afschaf van de nacalculatie voor verzekeraars (ex-post) deze meerkosten van 421 mln. niet ‘gedekt’ zijn en voor rekening van de zorgverzekeraars komen. Maar die nota hoeft toch niet te worden betaald uit de onderschrijdingen van huisartsenzorg en de multidisciplinaire zorg? En/of door de GGZ en wijkverpleging (zie ook overzicht)?