Al heel lang is bekend dat de verbranding van fossiele brandstoffen niet alleen broeikasgassen uitstoot, maar ook schadelijke luchtverontreinigende stoffen. Stoffen die ook gezondheidsproblemen kunnen veroorzaken, zoals ademhalingsaandoeningen, hart- en vaatziekten en zelfs vroegtijdige sterfte.
In deze blog sta ik stil bij de afspraak die deze week is gemaakt door de Europese ministers van Milieu met hun goedkeuring van de herziene richtlijn voor luchtkwaliteit. Die goedkeuring brengt de normen in lijn met de meest recente aanbevelingen van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Gezondheidsorganisaties noemen de ondertekening van de richtlijn een belangrijke stap in de richting van schone lucht en een betere gezondheid voor de Europese burger. Deze WHO-advieswaarden zijn gezondheidskundig beter onderbouwd en zijn strenger dan de huidige EU-normering.
Over welke stoffen gaat het?
Luchtvervuiling: fijnstof, ozon, stikstofdioxide en zwaveldioxide (bron/bron/bron/bron)
Het verbranden van fossiele brandstoffen draagt bij aan luchtverontreiniging door het vrijkomen van schadelijke stoffen zoals stikstofoxiden, zwaveldioxide en fijnstof. Met fijnstof worden alle stofdeeltjes in de lucht bedoeld. Het is een verzamelnaam van deeltjes van verschillende grootte, tot maximaal 10 micrometer (µm) doorsnede. Deeltjes bestaand uit zwaveldioxide, stikstofoxiden en ammoniak vormen het grootste deel, ook elementair koolstof en koolstofverbindingen dragen bij aan fijnstof. De twee belangrijkste ‘maten’ voor fijnstof zijn PM10 (Particulate Matter, fijnstof dus, met een grootte tot 10 micrometer) en PM2,5 (fijnstof met een grootte tot maximaal 2,5 micrometer). PM2,5 is daarom een deel uit de fractie PM10. De resultaten van de analyse tonen dus aan dat, wanneer wordt voldaan aan de maatgevende grenswaarde voor PM10, vrijwel altijd ook wordt voldaan aan de grenswaarde voor de jaargemiddelde concentratie PM2.5. Met de term ‘roet’ wordt een combinatie van koolstof en koolstofverbindingen bedoeld. Deze komen vooral vrij bij de verbranding van fossiele brandstoffen (dieselmotoren) en organisch materiaal (biomassa, bosbranden). Smog treedt op als er verhoogde concentraties verontreinigende stoffen in de lucht zijn. Fijnstof (PM10) is één van de vier indicatoren voor smog. De andere drie zijn: ozon (O3), stikstofdioxide (NO2) en zwaveldioxide (SO2). Het RIVM meet deze vier stoffen en gebruikt een luchtkwaliteitsverwachting om te waarschuwen als er smog voorkomt of verwacht wordt. Buitenshuis zijn de grootste bronnen van luchtvervuiling het verkeer, de veehouderij en industrie. Binnenshuis zijn dit roken, houtstook en koken. |
De luchtkwaliteit in je eigen woonplaats
Hoe (on)gezond de luchtkwaliteit in de eigen leefomgeving is kan onder andere worden gecontroleerd via bestaande websites: https://www.atlasleefomgeving.nl en https://www.longfonds.nl en https://www.luchtmeetnet.nl/mijn-locatie
De Atlaskaarten Fijnstof en Stikstofdioxide geven de gemiddelde hoeveelheid fijnstof en stikstofdioxide op een bepaalde locatie weer. Houtrook telt mee in de gemiddelde hoeveelheid fijnstof (PM2,5). Zo betekent kleurcode “geel” dat de concentraties voor dat uur in een bepaalde range van de luchtkwaliteitsindex (LKI) vallen. De luchtkwaliteit is dan matig. De indeling van LKI heeft (nog?) geen relatie met de aangepaste WHO-advieswaarde. De kaart meldt helaas ook niet het aantal dagen per jaar per locatie dat bv. de kleurcode ‘geel’ of ‘blauw’ is.
Het Longfonds meldt dat de lucht in Nederland de afgelopen jaren wel is verbeterd, maar meldt ook dat de hoeveelheid fijnstof in de lucht op 71 dagen per jaar hoger dan gezond is (hier).
De WHO-advieswaarde en formele standpunt Europese ministers van milieu
Recent hebben de Europese ministers van milieu formeel een richtlijn aangenomen tot vaststelling en verbetering van geactualiseerde luchtkwaliteitsnormen in de hele EU (hier/hier/hier). De nieuwe regels zullen bijdragen aan de doelstelling van de EU om in 2050 geen vervuiling meer te veroorzaken (‘zero pollution’) en vroegtijdige sterfgevallen als gevolg van luchtverontreiniging helpen voorkomen. Het aantal vroegtijdige sterfgevallen als gevolg van luchtvervuiling moet in 2030 met minstens 55% zijn gedaald. Nu zijn er jaarlijks in Europa nog ongeveer 300.000 voortijdige sterfgevallen het gevolg van luchtverontreiniging (hier).
Ook zullen EU-burgers compensatie kunnen eisen voor schade aan hun gezondheid in gevallen waarin de EU-luchtkwaliteitsregels niet worden nageleefd. De herziene richtlijn geeft verdere prioriteit aan de gezondheid van de EU-burgers: zij stelt nieuwe luchtkwaliteitsnormen vast voor verontreinigende stoffen die tegen 2030 moeten worden bereikt en die nauwer aansluiten bij de luchtkwaliteitsrichtlijnen van de WHO van 21.09.2021. Deze verontreinigende stoffen omvatten onder meer fijnstof PM10 en PM2,5, stikstofdioxide en zwaveldioxide, waarvan bekend is dat ze ademhalingsproblemen veroorzaken.
Al op 8 oktober 2021 heeft de Tweede Kamer in NL met ruime meerderheid een motie aangenomen (hier/hier) waarin het de regering verzoekt om voor het zomerreces aanvullende maatregelen in kaart te brengen die nodig zijn om in 2030 aan de nieuwe WHO advieswaarde te voldoen.
Nu nog (NB: plaatje onder de titel) blijkt dat bijvoorbeeld minder dan 1% van de stedelijke bevolking van de EU wordt blootgesteld aan schadelijke niveaus van PM2,5 volgens de huidige EU-normen (hier). Wanneer rekening wordt gehouden met de nieuwste, lees strengere WHO-richtlijnen stijgt dit percentage echter naar 97%.
Het Longfonds zegt blij te zijn met dit akkoord, want daarmee moet Nederland nu eerder (hier) aan de slag gaan om de lucht gezonder te maken. Quote Longfonds (18 oktober 2024: “
“Nu nog blijkt dat bijvoorbeeld minder dan 1% van de stedelijke bevolking van de EU wordt blootgesteld aan schadelijke niveaus van PM2,5 volgens de huidige EU-normen. Wanneer rekening wordt gehouden met de nieuwste, lees strengere, WHO-richtlijnen stijgt dit percentage echter naar 97%”
De gezondheidsschade door luchtvervuiling
Luchtvervuiling is ook een belangrijke risicofactor voor de verergering van bestaande ziekten en chronische aandoeningen (hier/hier). Vooral kinderen, ouderen en patiënten met hart- en vaatziekten en longaandoeningen zijn kwetsbaar (hier/hier). Kortdurende perioden van luchtvervuiling kunnen acute luchtwegklachten en exacerbaties van COPD en astma veroorzaken (hier), terwijl langdurige blootstelling aan luchtverontreinigende stoffen kan leiden tot verminderde longfunctie, verhoogde kans op astma, COPD, longkanker en voortijdig overlijden. Daarnaast worden vervuilende stoffen ook steeds vaker in verband gebracht met problemen in de hersenen en centrale zenuwstelsel, een verhoogd risico op vroeggeboorte en een verminderd geboortegewicht naast de kans op diabetes, obesitas en dementie.
Ook gaskooktoestellen geven verontreinigende stoffen vrij die schadelijk zijn voor de menselijke gezondheid. De toestellen produceren schadelijke stoffen zoals stikstofdioxide, koolmonoxide en ultrafijnstof. Koken op een gasfornuis zou afgelopen jaar geleid hebben tot astmasymptomen bij 700.000 Europese kinderen. Voor Nederland gold dat voor ruim 70.000 kinderen (hier/hier).
Wat wordt het plan van aanpak?
De overheid, centraal en decentraal, zijn aan zet voor een plan van aanpak (voorbeeld). Welk fundament ligt er al? Om maatregelen te kunnen nemen, moet bekend zijn waar de stoffen worden uitgestoten. De Nederlandse Emissieregistratie (hier) is een inventarisatie die elk jaar wordt uitgevoerd voor ruim 375 stoffen waarbij de hoeveelheid en herkomst van de stoffen wordt geregistreerd. Daarnaast is er het ‘Schone Lucht Akkoord’ (SLA), zijnde een akkoord tussen Rijk, provincies en een aantal gemeenten. In dit SLA is afgesproken om gezamenlijk de gezondheidseffecten van luchtvervuiling door Nederlandse bronnen in 2030 met 50 procent te verminderen ten opzichte van 2016 en permanent de luchtkwaliteit in Nederland te verbeteren (hier).
Tot het fundament worden ook gerekend de kenniscentra (hier–hier/hier/hier) en reeds bestaande wet- en regelgeving (hier/hier).
Met het Europese besluit zullen interdepartementaal ministeries een tandje moeten bijzetten (hier/hier). Ook door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (I&W). Om de luchtkwaliteit echt te verbeteren, is een langdurige aanpak nodig, en daar maakt het Longfonds zich zorgen over (hier/hier).
Tot slot
Klimaatverandering (blog), luchtvervuiling en bodemvervuiling (blog/blog) versterken elkaar op complexe manieren. Ze hebben vaak overlappende oorzaken, zoals de verbranding van fossiele brandstoffen (hier/hier) en industriële vervuiling (hier/hier), en leiden tot schadelijke effecten die elkaar wederzijds kunnen verergeren. Deze vaststelling vraagt bij duurzame oplossingen om samenwerking binnen een geïntegreerd beleid (blog/blog).
Het leven begint en eindigt met een ademhaling. Het zou fijn zijn als in de tussentijd eenieder met gemiddeld ruim 20.000 ademhalingen per dag zoveel mogelijk gezonde lucht binnenkrijgt.