Het had de afgelopen week niet de schoonheidsprijs, het gedoe rond de bezuiniging van het kabinet op het programma van de Pandemische Paraatheid (PP) van het vorige kabinet (hier, 23 oktober 2023). Een programma wat de kans op een mogelijke nieuwe pandemie moet verkleinen en ook poogt de sociale, economische en gezondheidsgevolgen daarvan te beperken.

Het beleidsprogramma PP werd na corona in 2023 opgebouwd langs drie beleidsopgaven:

  • Versterkte publieke gezondheid en infectieziektebestrijding
  • Zorg: goed voorbereid, flexibel en opschaalbaar
  • Versterkte leveringszekerheid van medische producten

Structureel werd hiervoor 300 miljoen euro gereserveerd (hier, pg.32 van 35).

Het liep anders…

Op Prinsjesdag bleek echter uit de combinatie van Regeerprogramma (Bijlage Hoofdlijnenakkoord, pg.3 van 12, 16 mei 2024) en Miljoenennota dat er, de komende jaren, fors bezuinigd gaat worden op de publieke gezondheid (hier/hier), waarbij de eerste bezuinigingen komend jaar terechtkomen in de voorbereidingen van Nederland op een nieuwe pandemie (GGDGHOR, 17 september 2024). 

De voorzitter GGD GHOR Nederland (citaat): ““Met een structurele bezuiniging van 300 miljoen euro op pandemische paraatheid zal Nederland niet voorbereid zijn op zeer ernstige, reële gezondheidsdreigingen die op ons afkomen. Deze bezuinigingen zijn als het afbreken van de Deltawerken halverwege de bouw, omdat het een paar jaar droog is geweest. Het is alsof we kort na de watersnoodramp van 1953 de bouw van de Deltawerken opeens stop zouden zetten met het argument: ‘Het heeft al een tijdje niet meer gestormd’.”

De GGD GHOR Nederland roept het kabinet dan ook nogmaals op om deze desastreuze bezuinigingen te heroverwegen en “te investeren in een robuuste infectieziektebestrijding en pandemische paraatheid”.

Het kabinet en het warrige beleid

16 oktober 2024: Antwoorden vragen over de Ontwerpbegroting VWS 2025

Vraag 6: Waar kunnen we de korting van €300 met betrekking tot pandemische paraatheid terugvinden in de begroting? Welke beleidsveranderingen liggen hieraan ten grondslag?

Antwoord: Met de maatregel “Verlagen intensivering publieke gezondheid” wordt de intensivering van het vorige kabinet in pandemische paraatheid teruggedraaid. Het betreft o.a. de versterking van GGD-en, infectieziektebestrijding, versterking ICT, coördinatie, internationale samenwerking, en kennis en innovatie. Met de maatregel wordt ook de intensivering in curatieve en langdurige zorg teruggedraaid. Zo ook de intensivering in leveringszekerheid, opleiding van artsen en pandemische paraatheid op de BES eilanden. De korting van € 300 mln. wordt hierdoor toegepast op diverse beleidsartikelen op de begroting: Volksgezondheid (artikel 1, € 187 mln.), Curatieve zorg (artikel 2, € 60 mln.), Langdurige zorg (artikel 3, € 28 mln.) en Zorgbreed beleid (artikel 4, € 16 mln.). Het hoofdlijnenakkoord ligt ten grondslag aan de bezuiniging.

17 oktober 2024: Kamerbrief over bezuinigingen publieke gezondheid en infectieziektebestrijding

“Met de begrotingsbehandeling van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) in het vooruitzicht, ga ik in deze brief in op de bezuiniging op de intensiveringen publieke gezondheid en infectieziektebestrijding oplopend naar structureel € 300 mln., die volledig wordt ingeboekt op het beleidsprogramma Pandemische Paraatheid.”

“In het Regeerprogramma is de kabinetsbrede inzet op het versterken van de maatschappelijke weerbaarheid opgenomen. Hier maakt de zorg een belangrijk onderdeel van uit. De zorg in Nederland moet onder alle omstandigheden zo goed mogelijk toegankelijk zijn. Daarom bereiden we ons voor op actuele en toekomstige dreigingen die een grote impact op de maatschappij en het zorgsysteem (publieke gezondheid, curatieve en langdurige zorg) kunnen hebben. De dreigingen waar we rekening mee moeten houden zijn divers, denk aan een gewapend conflict, maatschappelijke ontwrichting, extreme weersomstandigheden, maar ook grote uitbraken van infectieziekten. In zulke crises is slagvaardige, wendbare en opschaalbare (nood)zorg nodig, met als doel om de zorgverlening voor zoveel mogelijk mensen zo lang mogelijk toegankelijk te houden met een daarbij passende kwaliteit.”

“Het kabinetsbrede weerbaarheidsbeleid wordt in de komende maanden verder uitgewerkt onder regie van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) en het ministerie van Defensie, waarbij ook gekeken wordt naar de financiële gevolgen. Besluitvorming hierover volgt op de reguliere financiële (hoofd)besluitvormingsmomenten. In dit traject zal ook de weerbaarheidsopgave van het ministerie van VWS nader worden geconcretiseerd. Daarbij zullen de gevolgen van de bezuiniging oplopend tot € 300 mln. op de publieke gezondheid en infectieziektebestrijding, die in het Hoofdlijnenakkoord is afgesproken, worden betrokken. Ook zullen de door de OVV gedane aanbevelingen hierbij worden meegenomen.”

“De verwachting is dat ik medio 2025 meer duidelijkheid kan geven over de gevolgen van de bezuiniging voor het infectieziektebeleid en de invulling voor 2026 en verder.”

17 oktober 2024: Kamerbrief reactie op verzoek aanpak pandemische dreigingen, besmettelijke ziekten en zoönosen

“Momenteel ben ik bezig met de ontwikkeling van het Landelijk Crisisplan Infectieziekten (LCP-I). Dit plan heeft als doel om op hoofdlijnen de landelijke en regionale crisisstructuren vast te leggen en om het overzicht te bieden voor het landschap van infectieziektebestrijding. Het LCP-I beschrijft de rollen, taken, verantwoordelijkheden, afspraken en, waar relevant, overige processen. Het richt zich op infectieziekten met landelijke gevolgen die gezamenlijke voorbereiding vereisen van de Rijksoverheid en de veiligheidsregio’s in afstemming met overige betrokken publieke en private partners. Het door u gevraagde samenhangend overheidsbreed kader van taken en bevoegdheden wordt in het LCP-I dus vastgelegd. Ik zet me in om het LCP-I zo spoedig mogelijk af te ronden, naar verwachting in het voorjaar van 2025.”

 

“De drukte heeft te maken met de toename in minder voorspelbare infectieziekten. Dat is een trend die inmiddels al enkele decennia gezien wordt, en zeker niet afneemt”

Conclusie

Een warrig kabinetsbeleid, met weigering het programma PP van het vorige kabinet integraal over te nemen (hier), met voorlopig een drastische bezuiniging op publieke gezondheid en infectiebestrijding, waarbij de minister nu zoekt naar alternatieven, want de minister erkent (weer) wél dat uitbraken van infectieziekten een dreiging vormen waarmee ons land rekening moet houden (commentaar: NRC, Volkskrant-1, Volkskrant-2, AD).

Kans op nieuwe zoönose/infectieziekte

Ondertussen waarschuwt Marion Koopmans, hoogleraar virologie van het Erasmus Medisch Centrum, voor opkomende infectieziekten (Z&I, 17 oktober 2024).

“Het is namelijk wel druk, voor een wetenschapper met aandachtsgebied “nieuw opkomende infectieziekten”, door uitbraken van ziektes die afkomstig zijn uit dieren, de zogenaamde zoönosen. De drukte heeft te maken met de toename in minder voorspelbare infectieziekten. Dat is een trend die inmiddels al enkele decennia gezien wordt, en zeker niet afneemt: de aantallen uitbraken van infecties die afkomstig zijn uit dieren lijken toe te nemen, maar vooral ook de plaatsen waar uitbraken plaatsvinden en de omvang is aan het veranderen.”  

NB: Marion Koopmans noemt in dit artikel 3 voorbeelden: Mpox (apenpokken), het hoogpathogene aviaire influenza- virus type H5N1 en drie via muggen overdraagbare virusinfecties die ook mensen kunnen infecteren: Usutu virus, West Nijl virus, en Sindbis virus.

“Bovenstaande voorbeelden zijn bedoeld om een trend te illustreren waar mijn vakgebied zich mee bezighoudt: een niet goed te voorspellen maar duidelijk zichtbare toename in aard, plaats en omvang van infectieziekte uitbraken die van dieren op mensen overspringen. De evaluatie van de pandemie heeft geleid tot een groot aantal aanbevelingen voor versterken van onze paraatheid om dit soort problemen tijdig te signaleren, en daarmee te voorkomen dat we met grote uitbraken te maken krijgen. Echter, de tekst van het regeerprogramma besteedt geen aandacht aan gevaren van infecties uit dieren.”

Het kan verkeren in zorgland.

 

 

Vragen of opmerkingen?