Met repeterend karakter wordt melding gemaakt van agressie, intimidatie of geweld richting zorgmedewerkers. Helaas ook weer in de afgelopen maand. Zoals in onze apotheken (2023/hier) en huisartspraktijken (2023/hier). Met veel nare gevolgen voor getroffenen en hun naasten (thuis en op werk). Inclusief risico’s voor de arbeidsmarkt vanwege verzuim of stoppen van werkzaamheden. Het is een steen des tijds, waarbij ook anderen in de maatschappij worden getroffen. Denk maar eens aan onze volksvertegenwoordigers (hier/2022+ hier/2023 + hier/2023).
Of aan nog eerdere meldingen van agressie: LHV, 23 december 2020 + Medisch Contact, 1 augustus 2019 + De Dokter, mei 2019.
Ook vorig jaar was agressie richting apotheekmedewerkers en artsen al in het nieuws (2022/hier en 2022/hier).
De vraag die het oproept is wat is hiertegen te doen?
Over welke vormen van agressie gaat het?
· verbaal (schelden, schreeuwen, zeer felle discussie) · fysiek (schoppen, duwen, slaan, spugen, bijten, vernielen) · psychisch (bedreigen, intimideren, chanteren, vernederen), al dan niet online |
Een onderzoek van de KNMG vorig jaar bleek dat artsen veelvuldig te maken krijgen met bedreiging en intimidatie (Medisch Contact, 25 november 2022).
KNMG-artsenonderzoek 2022: bedreigingen en intimidatie van artsen, 17 november 2022 + column KNMG-voorzitter
“Uit onderzoek van de KNMG blijkt dat artsen veelvuldig te maken krijgen met bedreiging en intimidatie. De cijfers zijn alarmerend. Ruim een derde van ondervraagde artsen heeft ervaring met bedreiging of intimidatie en een kwart van alle artsen heeft hier het afgelopen jaar mee te maken gehad. De bedreigingen variëren van online bedreigingen, verbale en fysieke agressie, tot intimidatie of bedreiging van het gezin van de dokters. De impact op artsen is groot. Agressie en intimidatie leveren stress op (54%) en bijna 20% ontwikkelt fysieke klachten. Daarbij komt dat 46% van de artsen zich minder vrij voelen in het werk. Een derde van de artsen zegt terughoudender te worden om informatie te delen in de (social) media, waarbij 10% van de artsen zelfs helemaal stopt met social media.” |
Bij 11% is er zelfs sprake van doodsbedreigingen.
Nog opvallender is het feit dat slechts 6% van de artsen aangifte doet. Als de beroepsnorm is dat agressie onacceptabel is, doe je toch altijd aangifte?
Als de beroepsnorm is dat agressie onacceptabel is, doe je toch altijd aangifte?
De te nemen maatregelen
Goed omgaan met agressieve mensen is een competentie die deels aangeleerd kan worden (hier + hier). Daarnaast is in wetgeving geregeld dat werkgevers verplicht zijn voor hun werknemers een veilige werkomgeving te creëren (hier + hier + hier + hier + hier + hier).
Een goede zaak is verder ook het initiatief dat beroepsverenigingen samen optrekken om met stakeholders agressie te weren uit zorgpraktijken en spreekkamers (hier + hier).
Inclusief het kunnen stellen van grenzen aan degenen die de grens overschrijden. Agressie is gedrag en gedrag kan worden veranderd. Altijd.
Daarbij mogen zorgverleners van een overheid verwachten dat ook beleidsmatig steun wordt gegeven aan het uitdragen van deze grenzen. Zoals bekendheid geven aan het feit dat een geneeskundige behandelingsovereenkomst met een ’gewichtige’ reden zo nodig kan worden beëindigd (KNMG, 1 februari 2021). Minister: “Echter niet elke uiting van onheus of onaangepast gedrag zal grond zijn voor eenzijdige opzegging van de behandelovereenkomst. Dit hangt af van de specifieke omstandigheden. Ook dient de arts bepaalde zorgvuldigheidseisen in acht te nemen.”
Of begrip opbrengen dat misschien het eigen overheidsbeleid wel eens de oorzaak zou kunnen zijn van de binnen de context geuite onvrede. Denk aan het circus van de regeling hulpmiddelen (blog) of het geneesmiddelentekort door het preferentiebeleid (hier). Persoonlijk daarom begrip voor de recente uiting van de KNMP-voorzitter (hier + hier).
De kwestie is recent ook bij Kamervragen aan de orde geweest. Hierbij het antwoord.
Antwoord op Kamervragen over agressie en geweld, (VWS, 28 augustus 2023)
“Ja, ik deel de mening dat werkgevers in de zorg duidelijke normen moeten stellen over wat acceptabel en wat onacceptabel gedrag is en dat daarbij ook vastgesteld moet worden in welke situaties aangifte wordt gedaan. Ik deel ook de mening dat werkgevers die aangiftes uit handen moeten nemen van hun zorgpersoneel, mits de betreffende medewerker dat ook wenst. Op deze manier wordt de medewerker ontzorgd. Daarnaast geeft een werkgever die aangifte doet van agressie en geweld tegen zijn werknemer daarmee een krachtig signaal af: ‘dit gedrag tegen mijn werknemers wordt niet geaccepteerd’. Daarbij is het ook mogelijk en soms zelfs verstandig om daarbij domicilie te kiezen op het adres van de werkgever (een domicilie-adres is een ander adres dan het woonadres). Daardoor blijft de individuele werknemer beter buiten beeld wanneer de werknemer vreest voor zijn veiligheid.” |
Ook de minister is dus voorstander van het doen van aangifte bij grensoverschrijdend gedrag wat betreft uitingen van agressie of geweld. En laat terecht te nemen maatregelen over aan de rechter. Want geweld valt onder het Wetboek van Strafrecht en is wetmatig een strafbaar feit.
Antwoord op Kamervragen over agressie en geweld, (VWS, 28 augustus 2023
Vraag: Bent u bereid te onderzoeken of mensen die aangehouden zijn vanwege agressief of gewelddadig gedrag jegens zorgmedewerkers, verplicht op bijvoorbeeld een training agressiebeheersing gestuurd kunnen worden, analoog aan een Lichte Educatieve Maatregel Alcohol (LEMA)-cursus? Antwoord: “Een gedragsinterventie kan door de officier van justitie worden opgelegd in de vorm van een gedragsaanwijzing (art. 257a lid 3 sub e Sv) en door de rechter in de vorm van een bijzondere voorwaarde. In beide gevallen houdt de reclassering toezicht en controleert de reclassering of de gedragsinterventie wordt gevolgd. De reclassering biedt in het kader van agressiebeheersing op dit moment de training Alcohol en Geweld en de training i-Respect aan. De reclassering kan ook adviseren ergens anders een agressiebeheersingtraining te volgen.” |
Hier ligt echt een rol voor de beroepsverenigingen van zorgverleners en de overheid nu niet alleen blijkt dat agressie in de zorg qua omvang een groot probleem is, maar ook dat nogal wat aangiftes worden geseponeerd (Reportage 2Doc, Waar zijn we mee bezig, 4 september 2023). Dat helpt natuurlijk niet om gedrag te wijzigen.
Tot slot
Los van de context, het doen van aangifte kan bijdragen aan zelfbescherming bij zorgverlening. Het is zoals boven is beschreven niet de enige te nemen maatregel. Laten we vooral zuinig zijn op onze zorgverleners. Toepassen van geweld staat, voor zover nog niet bekend, als patiëntrecht niet in de WGBO. Het stopt niet vanzelf.
Daarbij zullen ook zorgverleners zelf hun grenzen moeten aangeven, inclusief de verenigingen die hen vertegenwoordigen.
Alleen een cursus “omgaan met agressie” promoten, is dus niet voldoende.
Hallo Anton,
Als je na agressie aangifte doet is het inmiddels al wel gebeurd. Met alle schade van dien. En het is de vraag wat er verder met die aangifte wordt gedaan. De politie heeft meer te doen. En de eventueel structurele redenen of oorzaken van de agressie komen zo niet in beeld. En confronteer je beleidsmakers e.d. niet wat soms of regelmatig de onbedoelde gevolgen zijn van hun beleid. Met als gevolg continuering van de onbedoelde gevolgen en hun persoonlijke en maatschappelijke schade. Dat schiet dus niet op. Je moet daarom een ‘tool’ ontwikkelen waarbij de boze en gefrustreerde probleemmaker zich gezien voelt en degene die met de dreigende agressie geconfronteerd wordt hier een uitweg voor heeft. Dat is de reden dat ik onderstaand advies op HuisartsVandaag schreef m.b.t. een artikel daar over dit zelfde probleem. Zie hier onder:
Dat de huidige maatschappelijke onvrede ook de praktijk binnen komt is duidelijk. En bijhorende onmacht en frustratie wordt dan geuit tegen degene die daar het eerst voor in aanmerking komt. Maar die staat er meestal volledig buiten. En kan er ook niets aan veranderen. Wat op zich weer een accumulerende werking kan hebben wat betreft de onmacht en frustratie van degene die deze uit. Et cetera. Je komt er zo niet uit. En je hebt ook geen verwijsmogelijkheid. Ik stel daarom voor de Maatschappelijke Onrust Lijn , de MOL, in te stellen. Zo snel als duidelijk is dat het gesprek verkeerd dreigt uit te pakken kan men zeggen daar niet over te gaan en men verwijst vervolgens naar de MOL. Daar kunt u hiervoor terecht. Niet bij ons ! Bij de MOL kan men aan de hand van de binnengekomen gesprekken waarschijnlijk patronen in de geuitte maatschappelijke onvrede vaststellen en hoe daar beter mee om te gaan.