Na de uitspraken van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (CBb) van 1 december 2015 en 3 november 2016 was de NZa genoodzaakt de contractvereiste als voorwaarde bij te leveren prestaties in segment 2 te schrappen. Immers met die contractvereiste zou de patiënt, die programmatische zorg nodig heeft, niet de vrijheid hebben zich te wenden tot de huisarts van zijn keuze. Die vrijheid staat verder nog onder druk als de gekozen arts bepaalde behandelingen, zoals ketenzorg, niet in rekening mag brengen. Nu ruim 8 maanden later komt de NZa voor 2018 daarom met een tariefvoorstel met maximumtarieven van “Multidisciplinaire zorg – niet gecontracteerd”. Met nieuwe betaaltitels voor huisartsen die wel ketenzorg willen leveren, maar die niet (willen) vallen onder het contract van de ketenzorgaanbieder en de zorgverzekeraar. Hoe ziet het tariefvoorstel 2018 (Beleidsregel/Tariefbeschikking) van de NZa eruit?
NZa tariefvoorstel | DM2 | COPD | CVRM-HVZ |
2015 per kwartaal | 58 | 45 | 24 |
2015 per jaar | 232 | 180 | 96 |
2018 per kwartaal | 59,52 | 47,12 | 25,52 |
2018 per jaar | 238,08 | 188,48 | 102,08 |
Wat betekent dit?
Het vastgestelde tarief betekent voor de huisarts zonder contract dat de zorgstandaard ketenzorg met de juiste inclusiecriteria wordt geleverd. Waarbij het bedrag van het NZa tarief een vergoeding is voor de organisatie en infrastructuur van die ketenzorg, alsmede voor de kosten van huisartsenzorg zelf, de diëtetiek en de eventuele inzet van een verpleegkundige (samen de zogenaamde OHDV-kosten, zonder kosten van podotherapie en/of medisch specialist). Regulier geldt ongeveer 80% van het totaaltarief als een vergoeding voor zorgkosten, 20% van het bedrag hoort bij organisatiekosten. Omdat huisartsen zonder contract geen inkomsten uit S3 kunnen halen, kunnen zij in het kader van ketenzorg geen vergoeding krijgen voor resultaatbeloning.
Is het tarief vergelijkbaar met de vergoeding die een zorggroep met een contract krijgt?
Om hier een antwoord op te kunnen geven, moet bekend zijn wat de 115 zorggroepen krijgen. En dat is lokaal wel bekend, maar omdat zorg in segment S2 een vrij tarief kent, ligt de publieke prijsinformatie hierover gevoelig. Openbare prijsinformatie over ketenzorg is er wel: bij de NZa zelf (Marktscan ketenzorg 2014, pg.9), bij een zorggroep KetenzorgNU met VGZ (N-W-Utrecht) en bij een zorgverzekeraar (contract 2017, bijlage 4).
Bron | Jaar | Incl./excl. O&I | DM2 p.j. | COPD p.j. | VRM p.j. |
NZa | 2012 | Incl. | 377,36 | 258,24 | 175,56 |
KetenzorgNU | 2017 | Incl. | 338,33 | 232,46 | 200,86 |
KetenzorgNU | 2017 | Excl. | 274,59 | 168,72 | 136,92 |
Menzis | 2017 | Excl. | 260,86 | 176,96 | 115,94 |
Vektis Monitor | 2016 | Incl. | 326,80 | 218,35 | 146,64 |
Conclusie
De opdracht die de NZa acht maanden geleden van het CBb had gekregen, was ervoor te zorgen dat de huisartsen zonder contract een redelijk en billijk tarief zouden krijgen voor het kunnen uitvoeren van de zorgstandaard chronische zorg binnen de ketenzorg van segment 2. Zodat de betreffende patiënten dezelfde zorg kunnen krijgen als de patiënten in een huisartspraktijk met een contract. Aan deze opdracht lijkt niet voldaan. Het voorgestelde tarief Multidisciplinaire zorg- niet gecontracteerd van 2018 is allereerst veel lager dan het tarief wat de NZa zelf al vond in de Marktscan ketenzorg 2014 uit het jaar 2012. Inmiddels zijn we in 2018 al 6 jaar verder. Daarnaast loopt het voorgestelde tarief achter bij de (wel) openbare tarieven die ik vond. Bedenk daarbij dat de huisarts zonder contract met dit tarief alle OHDV-kosten moeten betalen. En bedenk dat de huisarts zonder contract nimmer recht heeft op een resultaatbeloning of een project van zorgvernieuwing in segment S3. Ik kan dan ook niet anders concluderen dat de NZa met een (te) karig maximumtarief is gekomen voor huisartsen zonder contract, die programmatische zorg in segment S2 willen leveren.
De bedragen in het overzicht met ‘openbare prijsinformatie’ over ketenzorg betreffen ‘appels en peren’. In het tarief dat voor DM2 achter ‘ Ketenzorg Nu’ staat, blijkt E68 te zijn opgenomen voor vergoeding kosten aan ketenpartners (ik vermoed voor voetzorg, dietetiek en wellicht ook fundusonderzoek en/of anders). De tarieven van de NZa 2012 betreffen integrale tarieven; hierin zullen ook de kosten van alle ketenpartners zijn opgenomen.
Onder de NZa maximumtarieven 2018 voor niet-gecontracteerde ketenzorg valt – naast een vergoeding voor organisatie & infrastructuur – een vergoeding voor huisartsenzorg, dietetiek en evt van een diabetesverpleegkundige (en niet van andere ketenpartners). Kortom, er worden appels met peren vergeleken. Na ‘afpelling’ zal waarschijnlijk wel blijken dat het maximumtarief voor niet-gecontracteerde ketenzorg lager is dan het (gemiddelde) tarief voor gecontracteerde ketenzorg; echter in een andere mate dan in het artikel gesuggereerd.
Mieke, dank voor je antwoord. De “appels/peren” discussie zal blijven omdat de NZa zelf zegt dat zorggroepen moeite hebben om een kostentoerekening naar specifieke componenten zorgverlening en organisatie te scheiden. Vervolgens stelt de NZa dat de resultaten uit het kostenonderzoek ketenzorg voor dit aspect niet bruikbaar zijn. En heeft men een andere route gekozen. Vergelijk van macrocijfers 2012-2016, dus wel alle kosten samen, laat zien dat per patiënt de zorgverzekeraar in 2016 voor DM2 51 euro minder betaalt, voor COPD 40 euro minder en voor VRM 29 euro minder. Ik heb in mijn blog alleen gegevens gebruikt die een ieder kan checken. Ik heb wel meer cijfers, o.a. de mijne (n=1). Overigens noem ik om dezelfde reden als de “appels/peren” niet zelf bedragen. Te complex. Alleen concludeer ik dat de bedragen te karig zijn, waardoor de huisarts zonder contract niet dezelfde mogelijkheden heeft als huisarts met contract om ketenzorg te leveren. En dat was de opdracht van de rechter. De belangrijkste reden is de uitsluiting S3 en het zelf moeten betalen van de organisatiecomponent. Het is aan LHV en/of VPHuisartsen voor wel/niet een vervolgactie. Tot slot, beroepsvereniging InEen vond het NZa tarief voor ongecontracteerden te hoog. Zo zie je maar. Alleen transparantie kan duidelijkheid geven.