Deze maand was het antwoord van de minister nog op deze Kamervraag, dat het kabinet Rutte II er de afgelopen vier jaar nadrukkelijk voor heeft gekozen om medisch specialisten buiten het toepassingsbereik van de WNT te laten. Dit besluit volgde na het advies van de Commissie inkomens medisch specialisten (Meurs) uit 2012 en werd vastgelegd in het bestuurlijk zorgakkoord van 2013. Het kabinetsbeleid was er de afgelopen jaren verder op gericht om voor medisch specialisten de loondienst een gelijkwaardige keuze te laten zijn. Toepassing van de WNT hierop zou daarbij averechts werken, aldus de minister. In loondienst gaan van een specialist is gestimuleerd door 100.000 euro bonus beschikbaar te stellen. Maar het ministerie stelde zelf ook al vast dat een wettelijke salarisgrens voor medisch specialisten juridisch niet houdbaar en niet uitvoerbaar is.
Wet Normering Topinkomens (WNT)
Op 1 januari 2013 is de Wet Normering Topinkomens (WNT) in werking getreden. Het doel van de WNT is het tegengaan van bovenmatige bezoldigingen en ontslagvergoedingen bij instellingen in de (semi)publieke sector. In de WNT worden bezoldigingen en ontslagvergoedingen van topfunctionarissen bij instellingen waarop de wet van toepassing is genormeerd en openbaar gemaakt. De bezoldigingsmaxima worden jaarlijks geïndexeerd. Hoogste leidinggevenden in de (semi)publieke sector mogen niet meer verdienen dan een minister. Dit wordt normering van topinkomens genoemd, waarbij het plafondinkomen in 2017 is vastgesteld op 181.000 euro per jaar. Afhankelijk van de complexiteit varieert de maximumsalarisnorm voor de zorgsector tussen 99.000 en 181.000 euro.
Evaluatiewet WNT (juli 2017)
Op 1 juli 2017 is de Wet Normering Topinkomens gewijzigd met de inwerkingtreding van de Evaluatiewet WNT. Met deze wet is de bestaande praktijk verankerd dat ten aanzien van medisch specialisten die naast hun functie als medisch specialist bij een zorginstelling in deeltijd ook een bestuursfunctie bij die zorginstelling vervullen, alleen op deze werkzaamheden als bestuurder de WNT van toepassing is. De (semi)publieke instellingen moeten daarnaast jaarlijks de inkomens en eventuele ontslagvergoedingen van hun topfunctionarissen publiceren in de financiële jaarverslagen. Doordat het werk van medisch specialist niet onder de WNT vallen, zijn medisch specialisten ook uitgezonderd van deze bijbehorende verplichting tot openbaarmaking van hun inkomensgegevens.
Zorgverzekeraars uitzondering
Voor bestuurders van zorgverzekeraars geldt niet de algemene WNT-norm, maar zij hebben een eigen (sectorale) norm. Deze norm ligt boven de WNT-norm en is afhankelijk van het aantal verzekerden. Zo is de bezoldigingsnorm zelfs 270.000 euro (in 2017), indien een zorgverzekeraar op 1 januari 2016 meer dan 1.000.000 verzekerden had. Zo doet zich de situatie voor dat het nog maar de vraag is of het voor medisch specialisten aantrekkelijk is om instellingen/ziekenhuizen te besturen, wat toch (ook) de bedoeling was. De WNT stimuleert dat niet, als de gemiddelde jaaromzet van een vrijgevestigde specialist voor hun artsenwerk ligt rond de 211.000 euro met uitschieters naar 275.000. Dit heeft tot gevolg dat ziekenhuizen die nieuwe bestuurders zoeken, deze vacatures maar moeizaam gevuld krijgen. Daarnaast is het vreemd, dat als alle zorgbestuurders worden betaald van premiegelden, er voor bestuurders van instellingen en zorgverzekeraars verschillende regels zijn, nota bene ten gunste van een bestuurder van een …zorgverzekeraar.
Commissie Meurs
In het rapport “Gezond belonen” staat dat de sector van medisch specialisten gebaat is bij een zekere rust op het front van systeemwijzigingen. Want de huidige maatregelen beginnen effect te sorteren ten aanzien van kostenbeheersing en het leveren van effectieve zorg. Het is belangrijk, aldus Meurs, dat ook voor het onderling vertrouwen tussen overheid, specialisten, Raden van Bestuur van instellingen en zorgverzekeraars om op de ingeslagen weg voort te gaan. Maar de realiteit is ook dat een deel van de medisch specialisten hun heil buiten het ziekenhuis gingen zoeken, met de vorming van regiomaatschappen, buiten de grenzen van voorheen het eigen ziekenhuis. Dat was niet geheel de bedoeling, aldus Meurs. Daar waar anderen weer wel overstapten met de bonus naar een loondienstconstructie. Medisch specialisten en Raad van Bestuur zijn van elkaar afhankelijk als het gaat om het goed laten functioneren van een ziekenhuis.
Realiteit
Als de door de medisch specialist betaalde goodwill een jaaromzet bedraagt, dan zal een bonus van 100.000 euro niet genoeg zijn om in loondienst te gaan. Onteigening van maatschappen, bv’s en andere rechtspersonen wordt door veel financieel specialisten als te duur beschouwd om de koers te wijzigen. Het gaat immers niet alleen over jaaromzet, maar ook om het opgebouwde eigen vermogen. Eind 2014 waren er 19.500 medisch specialisten, 43% in loondienst, 42% in een eigen bedrijf en 15% in een combinatie van beiden. In welke richting gaat het? Wordt het loondienst? Of wordt het bij een vrije vestiging het samenwerkingsmodel (voorkeur specialist) of participatiemodel (voorkeur VWS)?
Wat gaat het nieuwe kabinet doen?
Naar het schijnt, zitten ‘we’ in de eindfase van de kabinetsformatie. D66 en Christen Unie pleiten in hun verkiezingsprogramma voor de specialist in dienstverband. Het CDA wil het dienstverband van specialisten ‘stimuleren’. De VVD zegt er niets over. Partijgenoot en ex-voorzitter van de Raad van Bestuur van de NZa en nog steeds 1 dag per week adviseur van de Federatie Medisch Specialisten (Frank de Grave) wist in het zorgakkoord van 2013 de specialisten in elk geval buiten het WNT-regime te houden. En wordt de toekomstig specialist dan uiteindelijk aandeelhouder van het ziekenhuis? Met wel of geen bezoldigingsmaximum? Wie het weet, mag het zeggen.