De reactie van de Minister van VWS op het meest recente manifest “Zorg voor Samenhang” is bij het huisartsenactiecomité Het Roer Moet Om (HRMO) niet goed ontvangen. De vraag bij het Manifest aan de minister is regie te nemen om samenhang in de zorg te krijgen. Hij moet belemmeringen opheffen, die samenwerking frustreren.

Wat staat/stond er in de Manifesten?

11.03.2015: 1e Manifest: “Manifest van de Bezorgde Huisarts

Drie eisen:

1.     Haal de huisarts uit de greep van de Mededingingswet en herstel “samenhang door samenwerking” als leidend principe in de eerstelijns zorg.

2.     Samenwerken en onderhandelen alleen op gelijkwaardige basis.
Landelijk én regionaal. Dus geen schijnonderhandelingen meer met de zorgverzekeraar.

3.     Toon vertrouwen in de deskundigheid van de beroepsgroep.
Stop dan ook de grenzeloze verzameldrift van nutteloze data.

———————————————————————————————————————-

11.06.2019: 2e Manifest met pamflet: “Zorg voor Samenhang

Maak samenhang door samenwerking het leidende principe in de zorg, voor én met de patiënt. (hier)

 

  1. Herken de blokkades en financiële schotten die samenwerking frustreren en bureaucratiseren;
  2. Stop de leegloop van zorgprofessionals door meer erkenning van en vertrouwen in de kwaliteit van hun werk. Alleen zo kan adequate zorg beschikbaar en betaalbaar blijven;
  3. Herpak het politieke mandaat. Zorg is gebaat bij een duurzame herinrichting en pijnlijke keuzes. Dat is het mandaat en de verantwoordelijkheid van de politiek.

Wat was de reactie van de minister?

Het is een oproep die ik alleen maar kan ondersteunen’, zegt minister Bruno Bruins (VWS, medische zorg) in zijn reactie. ‘Ik lees het pamflet als een appèl op de overheid om hierin een actieve rol te nemen en dat is ook precies wat wij als ministerie doen met onze hoofdlijnenakkoorden met de veldpartijen.’

Wat was de reactie van het HRMO hierop?  (In DEL en Trouw)

Citaat HRMO: in DEL: “Als huisartsen zien wij dit compleet anders. Een hoofdlijnenakkoord met de veldpartijen is niet het antwoord op de indringende problemen van ons huidig zorgsysteem. De alarmerende berichten in de pers zijn het topje van de ijsberg: Een huisarts die patiënten met ingewikkelde problematiek niet snel genoeg kan verwijzen voor gespecialiseerde hulp. Ambulances die vrijwel dagelijks te horen krijgen dat de SEH van het dichtstbijzijnde ziekenhuis een patiëntenstop heeft, onverantwoorde wachttijden op een SEH van een Universitair Medisch centrum.  Een ziekenhuisbestuurder die sturing eist op de acute zorg omdat spoedvragen overal in Nederland adequaat beantwoord moeten kunnen worden. Kwetsbare ouderen die langer thuis moeten wonen maar voor wie geen thuiszorg beschikbaar is. Op twitter circuleren talloze schrijnende verhalen, veelal over echt kwetsbare en zieke patiënten. Triest genoeg is juist deze groep patiënten steeds vaker de dupe van falende regie en weeffouten in het zorgstelsel. Terwijl relatief gezonde en assertieve mensen voor minder ernstige gezondheidsproblemen wel hun weg kunnen vinden naar het ruime behandelaanbod van psychologen en zelfstandige behandelklinieken. De zorg loopt vast, het komt nu aan op politieke moed en regie om oplossingen te bewerkstelligen en keuzes te maken, waarbij het eigen (legitieme) belang van zorgaanbieders ondergeschikt is aan het algemeen belang. Toegankelijkheid van zorg is een groeiend probleem, daar waar de minister praat over keuzevrijheid. Hij is persoonlijk blij te kunnen kiezen in de zorg: helaas valt er in steeds meer regio’s helemaal niets meer te kiezen, krijgen met name kwetsbare personen niet of veel te laat de hulp die zij nodig hebben, gaan ziekenhuizen failliet, nemen gedesillusioneerde zorgverleners ontslag. Het tekort aan verpleegkundigen, aan psychiaters, aan huisartsen is ook een verdelingsvraagstuk. Men probeert te werven aan de voordeur, maar door achterdeur lopen de zorgprofessionals weg. Ook het aantrekkelijk maken van blijven werken in de zorg vraagt om landelijk beleid. De politiek kan de verantwoordelijkheid voor inrichting van de zorg niet delegeren aan elkaar beconcurrerende zorgverzekeraars, aan gemeentes, ziekenhuizen, thuiszorg- en huisartsenorganisaties. De politiek heeft de plicht om een overstijgende visie te hebben op het herinrichten van de zorg. De politiek behoort een cultuur te scheppen van vertrouwen, elkaar durven aanspreken en rekenschap afleggen over kwaliteit. Het stelt niet gerust dat de Minister van mening blijft dat Hoofdlijnenakkoorden, de Autoriteit Consument en Markt (ACM) en het opstellen van een “werkagenda” de problemen gaan oplossen.  Wij vinden dat de Minister initiatief moet nemen voor beleid om blokkades, financiële schotten en onnodige bureaucratie aan te pakken die regionale samenwerking en samenhang in de zorg frustreren. Beleid waarbij recht wordt gedaan aan de fors oplopende regionale verschillen, niet alleen in beschikbare voorzieningen maar ook in populatie. Het roer moet om! Omdat in ons zorgsysteem de wil tot samenwerking leidend moet zijn en niet de opdracht tot concurrentie

Citaat HRMO (uit Trouw): “Het gebrek aan regie en visie van de overheid leidt bij ons tot machteloosheid en frustratie. Het is niet de (illusie van) keuzevrijheid, maar schaarste aan personeel en gebrekkige toegankelijkheid tot zorg die de nabije toekomst bepalen. Het is daarom verontrustend dat de minister meent dat de traditionele hoofdlijnenakkoorden met de zorgpartijen de oplossing gaan brengen voor goede en toegankelijke zorg in onze praktijken, wijken en regio’s. Akkoorden die bol staan van vaag geformuleerde beleidsvoornemens, uitgewerkt in losse projecten en met name bedoeld om de zorgkosten in de hand te houden. De Algemene Rekenkamer heeft onlangs al geconstateerd dat deze afspraken nauwelijks leiden tot inhoudelijke en structurele verbeteringen. De politiek kan de verantwoordelijkheid voor inrichting van de zorg niet langer overlaten aan elkaar beconcurrerende zorgverzekeraars, ziekenhuizen, thuiszorg- en huisartsenorganisaties en gemeenten. Zij heeft de plicht een overstijgende visie te ontwikkelen, vanuit het principe dat de wil tot samenwerking leidend is en niet de opdracht tot concurrentie

Wat is dat, “Samenhang in de zorg”?

Na ondertekening van het Manifest heb ik mij afgevraagd wat samenhang voor mij betekent. Samenhang in de zorg, is ZINVOL: afstemming op elkaar van 6 items (zie titel deze blog en niet voor niets destijds beschreven in mijn allereerste blog op 1 augustus 2013). Samenhang is integraal toezicht en geen toezicht van gescheiden organisaties/toezichthouders. Samenhang is afstemming van de omvang van het basispakket op de betaling ervan. Alsmede afstemming ten aanzien van de haalbaarheid en betaalbaarheid van het pakket. Samenhang is het eerst laten doorrekenen van kwaliteitskaders op haalbaarheid en kosten, alvorens het te publiceren. Door in 2015 tegelijkertijd drie van de vier stelselwetten te wijzigen, is toen al de kans op ontschotting gemist. Samenhang is het inrichten van het zorgveld na een overeengekomen visie. Allereerst een visie op ziekenhuiszorg: hoeveel UMC’s, hoeveel topklinische ziekenhuizen en hoeveel algemene zielenhuizen zijn er met verantwoorde spreiding nodig? Het volgende hoofdlijnakkoord moet een integraal akkoord zijn, zegt de minister. Maar waarom niet nu al op deelterreinen starten met de besprekingen? En ja, dan zullen ook elementen uit het zorgstelsel gaan sneuvelen, o.a. de ballon van theoretisch aanwezige keuzevrijheid is door HRMO wel doorgeprikt. Samenhang in de zorg is voor mij ook het feit dat binnen een stelsel gebaseerd op solidariteit alle partijen er ook de schouders onderzetten in het streven naar een gezondere samenleving. En hierbij is bij complexe zorgvragen samenwerking binnen een lokaal netwerk onmisbaar.

Ja, óók de huisartsen zijn aan zet…

De positie van de huisartsen in het stelsel vraagt om een goede regionale spreiding ten aanzien van hun beschikbaarheid. Met hulp van een nationaal HIS, dat kan communiceren met alle regionale ziekenhuizen, paramedici en eigen patiënten. Met als eerste informatiebron voor de burger Thuisarts.nl en een E-community. De organisatie van huisartsenzorg kan veel efficiënter en effectiever dan nu. Samenhang betekent hier een integratie van organisaties die gaan over de inhoud en zij die gaan over de voorwaarden. Geen enkel bedrijf ontkoppelt dat, huisartsen wel. Deze ontkoppeling betekent nu al jaren dat de agenda van de inhoud ver voorloopt op de agenda van de randvoorwaarden. Een voortvarende inhoudelijke agenda die met de huidige machtsverhoudingen gevolgd wordt door schjjnonderhandelingen. Individuele huisartsen tegenover een handvol verzekeraars. Vastgelegde financiële kaders uit een bestuurlijk akkoord worden gevolgd met de melding dat er geen trekkingsrecht is. En een simpel project als “Meer Tijd Voor de Patiënt “wordt niet eens opgenomen in de beleidsregels en tariefbeschikking, ook niet per 2020. Wie houdt wie hier nu voor de gek? Op vele fronten moet het roer om: bij de overheid en haar toezichthouders, bij de zorgverzekeraars en de aanbieders, inclusief de huisarts.