Op 11 december 2019 promoveerde bestuurskundige Wiljan Hendrikx aan de Tilburgse universiteit op een proefschrift “When Policy meets Practice” met onderzoek naar de  professionele identiteit in een context van beleidshervormingen. Een actueel onderwerp, ook in het land der huisartsen. Denk aan de recente bijeenkomst van actiecomité Het Roer Moet Om in Den Haag met nadien de aanbieding van een “kerstpakket” aan de minister. Wiljan stelt dat beleidsmakers en bestuurskundigen tot zijn verrassing tot nu toe relatief weinig aandacht hebben besteed aan hoe professionals zelf aankijken tegen de beleidsmaatregelen die ze moeten implementeren en tegen hun positie in een context van veranderende – en soms zelfs tegengestelde – verwachtingen. Triest, maar een ware conclusie van deze promovendus.

Zestig jaar beleidshervormingen in de huisartsenzorg

Onder andere bekeek hij zestig jaar beleidshervormingen in de huisartsenzorg. Het blijkt dat deze nieuwe beleidsmaatregelen altijd gepaard gaan met nieuwe rolverwachtingen, maar dat deze verwachtingen elkaar niet zomaar vervangen maar dat zij zich eerder opstapelen. Voor professionals betekent dit dat ze steeds meer ballen tegelijkertijd in de lucht moeten houden. Zo moeten ze veelal zeer kundige experts zijn en verdienstelijke ondernemers en goede netwerkmanagers, waarbij ze gelijktijdig verantwoording af moeten leggen aan hun professionele gemeenschap en hun management en hun netwerkpartners. Hij constateert daarbij een groeiend identiteitsconflict: professionals kunnen steeds minder voldoen aan hun eigen standaarden van ‘goed professioneel werk’. Daar waar hun dagelijkse praktijk wordt gedomineerd door een technische rationaliteit die hun professioneel werk voornamelijk begrijpt als meetbare en op te delen processen, definiëren zij zelf hun professioneel werk juist als sociaal proces dat bol staat van relationele aspecten. Deze zien zij zelfs als voorwaarde voor kwaliteit: zonder een goede relatie met leerling of patiënt en kennis van diens achtergrond is zijn goede zorg nagenoeg onmogelijk.

Het belang van de relatie is natuurlijk herkenbaar..

Ook deze conclusie is voor huisartsen met een duurzame “inschrijving op naam” herkenbaar (blog/blog). Maar ook in de GGZ is inmiddels duidelijk geworden dat de relatie cliënt – therapeut cruciaal is. Citaat: “Waarbij cliëntfactoren (motivatie, persoonlijke doelen, betekenisgeving, coping stijlen, voorkeuren, waarden, cultuur, enz.) de sterkste voorspeller zijn van therapieresultaat en een groot deel van de uitkomst bepalen. Het is de cliënt die een therapie laat werken! De GGZ-therapeut is een lang genegeerde factor in therapie onderzoek, maar blijkt een essentiële bijdrage te leveren aan de resultaten van een therapie. De therapeut brengt bepaalde vaardigheden mee zoals relationele samenwerkingsvaardigheden, empathische vaardigheden, hoopgevend zijn, stimulerend zijn, vertrouwen gevend en aanmoedigend zijn” (einde citaat). Investeren in de relatie loont dus.

Mismatch beroepsidentiteit en systemen

Het vergt, aldus Wiljan Hendrikx, voor professionals veel kunst- en vliegwerk om goed professioneel werk te leveren binnen een systeem wat – vaak zelfs letterlijk in tijd – weinig ruimte laat voor deze sociale kant. En dat is precies waar het al die professionals in de frontline om gaat. Het fundamenteel probleem is hier de mismatch tussen enerzijds de beroepsidentiteit van professionals en anderzijds de systemen waarbinnen zij dag in dag uit hun werk moeten doen. Het lijkt erop dat voor veel professionals de rek er behoorlijk uit is.

Voorstel van de oplossing

Bestuurskundige Wiljan Hendrikx stelt voor dat professionals meer en eerder betrokken moeten worden bij het vormgeven van beleid. Zij zijn namelijk degenen die al deze plannen daadwerkelijk moeten implementeren en alleen zo is het mogelijk dat systemen aansluiten bij de professionele identiteit van professionals. Beleidsmakers moeten daarbij meer oog krijgen voor hoe hun verwachtingen ten aanzien van professionals leiden tot een stapeling van rolverwachtingen in de praktijk en hoe dit uitpakt voor verschillende typen professionals. Aan de kant van de professionals is ook werk aan de winkel: professionals moeten beter in staat zijn te definiëren wie ze zijn en daar actief in gesprek over kunnen gaan.

Samengevat: voor beleidsmakers:

  • Herdefinieer professioneel werk in beleid
  • Erken dat beleidshervormingen automatisch ‘identiteitsprojecten” zijn
  • Pas op dat ‘innovatie’ de kern van professionalisme niet ondergraaft
  • Heb aandacht voor nuances en sterkte van professionele identiteit

Samengevat: voor professionals:

  • Communiceer proactief hoe en waarom professioneel werk tot stand komt
  • Besef dat professionaliteit een capaciteit is en geen checklist

Slotzin Wiljan

Professionele gemeenschappen moeten een continu debat faciliteren tussen professionals over wat ‘goed’ professioneel werk inhoudt en betekent in de praktijk. Beleidsmakers hebben namelijk een serieuze gesprekspartner nodig en geen kakafonie aan opvattingen. Alleen met een sterke en breed gedragen professionele identiteit zijn professionals in staat deze rol van serieuze gesprekspartner op zich te nemen. Ware woorden en een mooie conclusie van deze promovendus!

Mijn opmerking

Overigens kan hetzelfde gevraagd worden van beleidsmakers als professionele gesprekspartner indien deze zich binnen 5 stelselwetten laten vertegenwoordigen door een centrale overheid met meerdere ministeries, een decentrale overheid (met 355 gemeenten), zes toezichthouders en voor de inkoop van een pakket basiszorg door 11 concerns met minstens 24 zorgverzekeraars met méér dan 50 polissen. En dan laat ik de nuttige inbreng bij beleid van 282 patiëntorganisaties nog maar even buiten beschouwing.

Eerdere relevante blogs

12.05.2017: Steeds meer huisartsen krijgen burn-out door toenemende werkdruk (Movircijfers)

05.06.2017: Niet het meten, maar het verbeteren eigen kwaliteit biedt meeste perspectief

18.09.2017: Aandacht persoonsgerichte zorg is terecht, maar is niet nieuw (altijd al)

01.12.2017: Over leiderschap wordt gesproken (je blijven verbazen)

20.08.2018: Het waardegericht kunnen inkopen is een illusie (P-waarde = uitkomst/kosten)

27.04.2019: De nieuwe K van kwaliteit (over verantwoording nemen en belang van context)

11.12.2019: Contouren van een nieuwe GGZ (2): de organisatie, inkoop en financiën) (totaal)