Diverse hoogleraren huisartsgeneeskunde hebben een pleidooi gehouden voor een drastische verkleining van de huisartspraktijk. Zij stellen in Huisarts & Wetenschap (H&W) maart 2018 dat de toegankelijkheid van de huisartsenzorg in Nederland in het gedrang komt. Waarbij een grote werkdruk en lastig te vervullen vacatures voor huisartsen twee belangrijke factoren zijn die de toegankelijkheid van de zorg in gevaar brengen. De Nederlandse huisarts dreigt te bezwijken onder de werkbelasting (blog). Een drastische verkleining van de huisartsenpraktijk is hoognodig, stellen zij, niet mondjesmaat de huisartspraktijk verkleinen, maar substantieel met 15-20%, zodat de huisarts de zorg heeft voor gemiddeld 1700-1800 patiënten.

Twee grote problemen

Twee grote problemen in huisartsenland kleuren op dit moment de discussie. De huisarts wil meer tijd besteden aan zorg voor zijn patiënt. En de ambitie van huisartsen om praktijkhouder te worden lijkt af te nemen. De groei van de laatste 10 jaar in het aantal huisartsen komt vrijwel volledig voor rekening van waarnemers en huisartsen in dienstverband (hidha). Daar waar het aantal praktijkhouders amper toeneemt. Dit geeft problemen bij het organiseren van continuïteit (blog).

LHV-voorzitter

Citaat de Dokter (februari 2018): “Alweer een hele tijd hebben we het motto ‘meer tijd voor de patiënt hoog in ons vaandel staan. Dat motto is erg goed aangeslagen. Je hoort het steeds vaker opduiken”. Verderop: “De algemeen geformuleerde oplossing voor dit probleem ook: meer tijd voor de patiënt. Goed idee. Maar hoe gaan we dat bereiken? Want we weten ook dat in een aantal regio’s er eerder minder dan meer huisartsen zijn of komen”.

Minister

Citaat minister VWS in hetzelfde blad: “Praktijkverkleining is een mogelijkheid, maar in mijn ogen geen panacee voor het hele land. Er is altijd maatwerk nodig. In krimpregio’s bijvoorbeeld is het nu al heel lastig om praktijkopvolgers te vinden. Als de praktijken verkleind worden, wordt dat probleem alleen maar groter. In die regio’s is het nuttiger om andere zorgverleners in te zetten en meer te doen met e-health. Als er voor praktijkverkleining wordt gekozen, is het belangrijk om te monitoren of dat echt helpt om beter inzicht te krijgen in de vraag achter de vraag en of het leidt tot minder doorverwijzingen”. Verder: “er zijn tal van mogelijkheden om ervoor te zorgen dat de huisarts meer tijd heeft voor zijn patiënten. Dat wordt zeker ook onderwerp van gesprek bij de nieuwe hoofdlijnakkoorden”.

Afferden: project

In 2015 heeft Huisartsenpraktijk Afferden, een duopraktijk met ongeveer 2750 patiënten op het platteland van Noord-Limburg, in samenwerking met zorgverzekeraar VGZ en zorggroep Syntein een programmavoorstel uitgewerkt in het kader van het Netwerk Positieve Gezondheid Noordelijke Maasvallei. Daarbij werden in de praktijkorganisatie vier veranderingen doorgevoerd.

  • Per 1 oktober 2015 werd de praktijkgrootte teruggebracht van 2300 naar 1810 patiënten per fulltime huisarts door een waarnemer aan te trekken voor twee dagen per week. De feitelijke toename van 1,2 naar 1,6 fte praktijkbezetting werd bekostigd door VGZ.
  • De praktijk kreeg toestemming voor een andere vorm van financiering. Vanaf 1 januari 2016 declareerde ze geen verrichtingen meer; voor de jaren 2016 en 2017 werd een vast bedrag per patiënt afgesproken op basis van de omzetcijfers over 2015.
  • Vanaf 1 mei 2016 hielden de drie huisartsen wekelijks een onderlinge bespreking waarin ze de verwijzingen van de afgelopen week inhoudelijk beoordeelden.

Alle praktijkmedewerkers doorliepen tussen januari 2015 en juni 2017 leertrajecten zodat ze in de consulten aandacht konden geven aan de verschillende dimensies van het begrip ‘positieve gezondheid’.

Afferden: project: conclusies

De conclusie in Afferden is dat praktijkverkleining in combinatie met een wekelijkse casusbespreking en werken volgens de dimensies van positieve gezondheid resulteert in 25% minder verwijzingen. Het is niet bekend welke van de praktijkveranderingen het meest bijdraagt aan de reductie in verwijzingen. De uitkomsten van het project vormen een goede onderbouwing bij het streven naar praktijkverkleining. Verlaging van de werkdruk kan alleen als uitbreiding van capaciteit gepaard gaat met reorganisatie en heroriëntatie van de zorg.

Citaat H&W: hoogleraren huisartsgeneeskunde

Citaat:In de afgelopen decennia is er veel zorg overgeheveld vanuit ziekenhuizen en ggz-instellingen naar de eerste lijn. Dat werkt in opzet prima en het past bij de wens van patiënten en de overheid om zorg zo dicht mogelijk bij huis te houden, maar dan moeten huisartsen wel tijd en ruimte krijgen om die zorg ‘er bij’ te doen. Naast deze substitutie van zorg speelt ook mee dat onze bevolking ‘vergrijst’ en dat kwetsbare ouderen steeds langer thuis wonen en meer en langer huisartsenzorg nodig hebben dan voorheen het geval was. Deze ontwikkelingen hebben de werkbelasting in alle praktijken vergroot, maar hebben met name grote invloed op de belasting van praktijken in achterstandswijken en -gebieden. Daar wonen niet alleen meer mensen met chronische aandoeningen en andere gezondheidsproblemen, maar daar zijn de gezondheidsproblemen vaak ook complex door bijkomende sociaal-maatschappelijke problematiek. In de achterstandsgebieden is de vergrijzing bovendien relatief groter en vraagt de samenwerking met andere zorgverleners in de wijk veel tijd”.

Conclusie

Praktijkverkleining met uitbreiding van capaciteit, met reorganisatie in de praktijk en met een nieuwe heroriëntatie op zorg vraagt om nieuwe randvoorwaarden. Randvoorwaarden die dan ook in 2018 concreet moeten worden benoemd. In een nieuw hoofdlijnakkoord, zoals de minister zelf al voorstelt.

Mijn volgende blog: Praktijkverkleining bij huisartsen: de randvoorwaarden (2)