Zorg aan kwetsbare ouderen is een belangrijk thema in de eerste lijn. Eerder benoemde ik de hoge prevalentie van kwetsbaarheid en het belang van goede screening. Wat er aan zorg bij een individuele kwetsbare oudere nodig is, is met zorg op maat sterk individueel bepaald. Met veelal een multidisciplinaire aanpak vanuit een kernteam van zorgverleners.

Wat is nodig aan zorg?

Wat goede zorg is, staat in grote lijnen beschreven. De tijd van screening, overleg, opstellen zorgplan, directe zorg, samenwerking, overleg en monitoren kan worden vertaald via een tijdsberekening, in een aantal minuten zorg per zorgverlener. Bij het opstellen van het zorgplan is een heel belangrijke rol weggelegd voor de (partner/familie van de) oudere zelf. Wat zijn de wensen van de oudere, nu en in de toekomst. Welke zorg wordt (niet meer) gewenst en hoe houdt de oudere zeggenschap over de geleverde zorg. Dit alles wordt (ook) vastgelegd in het zorgplan, waarmee de zorg daadwerkelijk individueel, persoonsgericht en toekomstgericht is. Ook de aspecten van Advance Care Planning kunnen hier onderdeel van zijn. Dit maatwerk heeft invloed op de tijdsberekening, waarbij persoonsgerichte zorg wordt gevolgd door een persoonsvolgende bekostiging. Cruciaal is de drempel van wat kwetsbaar wordt genoemd en vanaf welke leeftijd? Want de uitkomst hiervan bepaalt de prevalentie (blog).

Wat is dan beschikbaar aan zorg?

Binnen de huisartsenpraktijk is de as huisarts-praktijkondersteuner (PO) inmiddels goed op elkaar ingewerkt. Discussiepunt met de zorgverzekeraar is het aantal in te zetten uren PO en de wens dat de PO een verpleegkundige moet zijn. Het tekort aan verpleegkundigen is echter zorgelijk (een/twee). In 2015 waren er met 177.000 geregistreerde verpleegkundigen nog minder dan in 2014 (toen waren er nog 180.000). Van hen werkt veertig procent in een ziekenhuis. Bijna een kwart biedt verpleegzorg in een verpleeg- of verzorgingshuis, of in de thuiszorg. Daarnaast 11 procent in de GGZ en 8 procent in de gehandicaptenzorg. De overige 20 procent is werkzaam in de huisartsenzorg, bij een ambulancedienst, een zorgopleiding of via de uitzendbranche. De vraag is in hoeverre zij met hoeveel uur beschikbaar zijn binnen het kernteam voor de samenwerking in de eerste lijn? Naast de verpleegkundige is er een belangrijke plaats in het eerstelijnsteam voor de kaderarts. Er zijn inmiddels bijna 150 kaderhuisartsen ouderengeneeskunde opgeleid. Ook voor hen geldt dezelfde vraag, namelijk hoeveel uur zijn zij beschikbaar voor bv. externe consultaties in een praktijk van een collega, als zij dit werk naast hun eigen huisartsenpraktijk uitvoeren. Helaas is er geen NZa gereguleerde vergoeding voor consultaties van kaderhuisartsen. De specialist ouderengeneeskunde (SO) die de kaderopleiding SO-1e lijn heeft gevolgd, kan, afhankelijk van de inkoop van hun zorginstelling bij het zorgkantoor, wel een consultatievergoeding krijgen.  Dit loopt via de beleidsregel “Tijdelijke subsidieregeling extramurale behandeling”. De SO komt in 2019 in de Zorgverzekeringswet (Zvw). Er waren op 1 januari 2016 totaal 1.568 SO’s geregistreerd. Voor de SO-opleiding geldt nu een numerus fixus van 186 per jaar. Er geldt nu dus een toegangsdrempel voor hun werk. De beschikbaarheid voor samenwerking, in uren vastgelegd, van een SO voor de eerste lijn zal, vallend onder de Zvw, voor de eerste lijn mede bepaald worden of SO’s wel/niet in een nieuwe organisatie gaan werken. Als vrijgevestigde zorgverlener? In loondienst bij een instelling? Als hoofdcontractant (of onderaannemer?) van een samenwerkingsverband?

Wat zijn de kosten van deze zorg?

De andere kernteamleden zoals paramedici benoem ik hier niet, hoewel uiteraard ook hun minuten en kosten moeten worden meegeteld. Het grootste pijnpunt is de kloof die er is of kan ontstaan als zorg die al berekenend voor elke kwetsbare oudere nodig is (minuten per zorgverlener), vervolgens niet kan worden geleverd omdat de zorgverleners niet of onvoldoende beschikbaar zijn. Dit is deels nu het geval doordat onvoldoende uren PO kunnen worden gecontracteerd, er een tekort is aan verpleegkundigen en een betaaltitel voor werk van de kaderarts ontbreekt. De lage instroom (numerus fixus?), de huidige problemen in de verpleeghuizen en de toekomstige bekostiging van de SO in de Zvw geven, in elk geval mij, nog onvoldoende inzicht op hun toekomstige extramurale beschikbaarheid voor de thuiswonende kwetsbare ouderen. De kosten van de praktijkondersteuner bracht ik al eerder in kaart. Bekostiging is niet het startpunt van de discussie, maar altijd volgend op de inhoudelijke werkzaamheden (directe tijd, indirect tijd en tijd voor de samenwerking). Als maat voor bekostiging van zorg aan kwetsbare ouderen gebruik ik voor huisarts, verpleegkundige en specialist ouderengeneeskunde voorlopig de huidige NZa tarieven (bijlage). Zo bereken je met een kostenmodel (minuten per zorgverlener) wat persoonsvolgende bekostiging ouderenzorg volgens de NZa anno 2017 naar verwachting kost. Dit zijn niet de werkelijke kosten van extramurale ouderenzorg, maar de vastgestelde Wmg-tarieven van drie sectoren. En zo blijkt niet alleen de zorg voor de individuele kwetsbare oudere maatwerk te zijn, maar is de bekostiging ervan dat ook.

Bijlage/link: uurtarieven huisarts, verpleegkundige, specialist ouderengeneeskunde