Bij ons zorgstelsel geldt het principe dat er sprake is van een functionele aanspraak op zorg. Dat betekent dat de zorgverzekeraar bepaalt wie, waar, welke zorg mag leveren. Zorgverplaatsing is met deze reden een populair item om te bespreken. Met name om met behoud van zorgkwaliteit de mogelijkheid te onderzoeken of de zorg (elders toch niet) goedkoper kan worden geleverd. Dit speelt o.a. op het grensvlak van eerste en tweede lijn.  Hieraan zijn termen verbonden als: substitutie, anderhalvelijnszorg, wederzijdse meekijkconsulten, telezorg, huisartsenhospitaal, huisartsenbedden, blauwe zorg etc. Bijna altijd is hier de zorginhoud leidend. Maar de vraag is of de (invloed van de) personele bezetting (artsen, verpleegkundigen e.a.) voor de nabije toekomst niet een veel grotere rol gaat spelen bij de vraag wie waar welke zorg levert. Met zelfs de vraag of de gewenste zorg überhaupt wel geleverd kan worden….

Huisartsen

Er wordt een huisartsentekort gemeld in de noordelijke provincies en in Zeeland. Er is een concentratie van huisartsen rond opleidingslocaties. Er zijn ondanks een advies tot verlaging van het Capaciteitsorgaan (630) nog steeds 750 opleidingsplekken per jaar voor huisartsen. Bij de laatste screening werd 29% van de sollicitanten niet toegelaten tot de opleiding, waardoor de opleidingscapaciteit niet geheel wordt benut. VWS bepaalt het maximum van de opleidingscapaciteit. Het lijkt erop dat we in Nederland geen goede spreiding van het aantal beschikbare huisartsen hebben. Hierdoor dreigt er een huisartsentekort in regio’s waar niet wordt opgeleid. Nader onderzoek is daarom gewenst, naar de beschikbaarheid van huisartsen per regio en naar de oorzaak van deze regionale tekorten.

Medisch specialisten

Er is na een daling van het aantal opleidingsplaatsen van medisch specialisten, van 1446 in 2011 naar 1106 in 2017, nu weer een stijging: 1175 in 2018.  De daling heeft te maken met taakherschikking, dalende ziekenhuisproductie en overheveling van zorg naar de eerste lijn. Het aantal werkloze jonge medisch specialisten is sinds 2014 iets verminderd, maar de problemen zijn nog niet voorbij. Er wordt veel met tijdelijke contracten gewerkt. Het aantal opleidingsplekken voor specialisten ouderengeneeskunde stijgt wel, in 2018 van 128 naar 186 plaatsen, conform het advies van het Capaciteitsorgaan. Door het dalend aantal opleidingsplaatsen tot medisch specialist en het gelijkblijvende aantal afgestudeerde basisartsen ontstaat een ‘stuwmeer’ aan basisartsen. Hierdoor komen veel basisartsen in andere banen terecht of gaan naar het buitenland. Sinds 2013 worden de opleidingen tot medisch specialist door middel van een beschikbaarheidsbijdrage bekostigd, toegekend door de NZa aan een erkende opleidingskliniek. VWS bepaalt de hoogte van deze vergoeding en bepaalt ook hier het aantal opleidingsplaatsen. In tegenstelling tot de huisartsen kennen de 21.300 werkzame medisch specialisten, gerelateerd aan de bevolkingsomvang, wel een redelijke regionale spreiding. Opvallend bij specialisten is het grote aantal vacatures voor psychiaters.

Verpleegkundigen

Over het tekort aan verpleegkundigen en de maatregelen die worden genomen, schreef ik reeds twee blogs (een/twee). Als zorginstellingen geen extra maatregelen nemen kampt de Nederlandse zorgsector over een aantal jaar met een personeelstekort van 100.000 tot 125.000 medewerkers. Dat tekort komt bovenop de duizenden vacatures die nu al openstaan, concludeert onderzoekbureau Berenschot in een deze week verschenen rapport. Het onderzoeksbureau stelt ook vast dat zorginstellingen zoals verpleeghuizen, ziekenhuizen en de wijkverpleging in de praktijk met elkaar concurreren, terwijl ze juist zouden moeten samenwerken. En zal dit probleem ook niet gaan spelen nu meerdere sectoren veel verwachten van de inzet van verpleegkundig specialisten (VS) en physician assistant (PA)? De eerste ervaringen met hun inzet in huisartspraktijken en op huisartsenposten zijn gelukkig positief.  Maar wel wordt een breed gedragen visie gevraagd op de positie van de VS en PA in de huisartsenzorg, gebaseerd op de toekomstige zorgvraag en organisatie van zorg. Tot slot kent ook de GGZ personele tekorten en moeilijk te vervullen vacatures.

Conclusie

Taakdelegatie, taakherschikking, functiedifferentiatie, horizontale en verticale substitutie zullen onmiskenbaar deel uitmaken van de toekomstige inrichting van het zorgstelsel. Maar ook moet worden vastgesteld dat de huidige personele tekorten een forse blokkade vormen bij de uitvoering daarvan. Bij artsen speelt nog het probleem dat veel basisartsen niet hun voorkeursspecialisme kunnen vervullen. Bij huisartsen dreigen regionale tekorten, zonder dat we weten of er met parttime werken nu, naar minder parttime werken straks (?), er in absolute zin ook een huisartsentekort is.