Toezichthouder Zorginsitituut Nederland (ZiN) presenteerde deze week de actuele kostencijfers in heel de gezondheidszorg. Eerder op 2 mei 2017 meldde de LHV al dat er geld voor huisartsenzorg in 2016 op de plank blijft liggen. Het bedrag wat werd genoemd, 139 mln. in 2016 op basis van Vektiscijfers, werd deze week bij de presentatie van ZiN-cijfers bevestigd. Dit betekent dat in twee achtereenvolgende jaren 2015 en 2016 er minder geld aan huisartsenzorg wordt uitgegeven, dan het ministerie in de Rijksbegroting beraamd heeft. Kijken we naar het kader van 2016, zoals genoemd in de Miljoenennota 2017, dan waren de verwachte kosten zelfs 168 mln. hoger. Dat niet het hele kader wordt benut, is met een gepresenteerde wensenlijst (door HRMO, LHV, VPHuisartsen, VELO, voor ANW-zorg, praktijkverkleining, samenwerking en meer ondersteuning) een treurig feit. Bedenk daarbij dat de omvang van het kader overeengekomen is in het bestuurlijk akkoord van 16 juli 2013 (“Onderhandelaarsresultaat eerste lijn 2014 tot en met 2017”).

In de multidisciplinaire zorg (MDZ: GEZ/ketenzorg) is het beeld te zien van overschrijding. Dit betekent dat er meer geld voor S2 zorg wordt uitgegeven dan eerder verwacht werd.  De belangrijkste reden van overschrijding bij de MDZ is de forse toename van het aantal patiënten wat programmatische ketenzorg krijgt. Bij een overschrijding bestaat de kans op terugbetaling, maar dit is voor MDZ van 2015 niet gebeurd, omdat tegelijkertijd de huisartsenzorg budgettair een onderschrijding vertoonde. In de Miljoenennota 2017 is wel daarom de begroting MDZ 2015 met terugwerkende kracht aangepast (van 434 mln. naar 468 mln., waardoor er ook voor de MDZ in 2015 niet meer een overschrijding was, maar er juist een kleine onderschrijding ontstond van 12,3 mln. En om dezelfde reden is het huisartsenkader 2015 achteraf ‘bijgesteld’, zodat de onderschrijding met niet geïnvesteerde gelden minder groot lijkt. Over beeldvorming gesproken…

Budgetkader huisarts/MDZ + daadwerkelijke kosten + overschrijding/onderschrijding

     Jaar        Kader huisarts

VWS/Vektis

   Kader huisarts VWS

Miljoenennota

     Kader MDZ VWS

Miljoenennota

     2015            2.668,-  mln. 2016           2.696,1 mln. 2016            434,4 mln.
     2016            2.752,-  mln. 2017           2.781,0 mln. 2017            460,4 mln.
    Kosten huisarts ZiN    Kosten huisarts ZiN    Kosten MDZ ZiN
     2015            2.529,7 mln.              2.529,7 mln.             456,6 mln.
     2016            2.613,0 mln.              2.613,0 mln.             518,6 mln.
     Onderschrijding      Onderschrijding      Overschrijding
     2015           + 138 mln.            + 166 mln.       min 22,2 mln.
     2016           + 139 mln.            + 168 mln.       min 58,2 mln.
  Bijgesteld huisartskader

Miljoenennota 2017

  Bijgesteld MDZ-kader

Miljoenennota 2017

     2015             2.581,8 mln.            468,9 mln.
     2016             2.781,0 mln.            460,4 mln.
      Onderschrijding   Onder/overschrijding
     2015            +   52,1 mln.         plus 12,3 mln.
     2016            + 168,0 mln.         min  58,2 mln.

Hoe ontstaat de onderschrijding?

Er zijn diverse redenen te geven waarom een kader kan onderschrijden. Met contracten kan te weinig zorg zijn ingekocht, dan wel zijn de tarieven te laag. Nu voor zorgverzekeraars de nacalculatie is afgeschaft, zijn zij zelf risicodragend geworden indien meer geld wordt uitgegeven, dan dat zij zelf binnen krijgen via premie- en vereveningsgelden. Dat leidt bij contractering tot een (te) voorzichtige opstelling met een te krappe prijsstelling. Publicitair verkocht als “selectieve” inkoop. Hoewel Zorgverzekeraars Nederland (ZN) medeondertekenaar is van het bestuurlijk akkoord, betekent dat niet dat (daarom) elke individuele verzekeraar verplicht is dit strikt te volgen. Ook andere sectoren merken dit, bv. de KNMP. Ook in het bestuurlijk akkoord 2018 (addendum) zijn bedragen vastgelegd (huisarts: 2.999 mln. en MDZ 495 mln., exclusief loon-prijsindex en substitutie). Het zorgstelsel is gebaseerd op gereguleerde marktwerking, waarbij zorgverzekeraars concurreren om de gunst van de klant. Als een verzekeraar voor zorg geoormerkte gelden niet aan zorg besteedt, dan kan dit overblijvende deelbudget als winst worden toegevoegd aan de reserves, dan wel worden aangewend voor een lagere premiestelling voor de polis in de transferperiode richting het volgende jaar. Ook de minister zal niet zelf protesteren als kadergeld niet wordt uitgegeven en de begroting kan worden bijgesteld.

Wat is dan de oplossing?

Huisartsen zullen met deze opgedane kennis en ervaring van 2x een forse onderschrijding extra goed moeten opletten:

  1. bij het afsluiten van nieuwe contracten en
  2. bij het afsluiten van een nieuw bestuurlijk akkoord met de nieuwe minister van VWS. In dit nieuw af te sluiten akkoord 2019 e.v. zullen, behalve ZN, ook de voorzitter van de Raad van Bestuur van de 9 zorgverzekeringsconcerns hun handtekening moeten zetten. Met een nieuw te respecteren artikel: als het volume zorg niet blijkt te zijn gedaald en gemaakte afspraken zijn gehaald, dan moet het volledige afgesproken budget worden ingezet. Zo nodig met een nabetaling. Het budget huisartsenkader dient geheel benut te worden. Ook dat hoort bij de meerwaarde van het afsluiten van een bestuurlijk akkoord.