Spoedzorg behoort voor de huisarts tot het basisaanbod van zorg (2015), waar elke huisarts verantwoordelijkheid voor draagt. Daarbij is continuïteit een van de kernwaarden van huisartsenzorg.  Maar bij het organiseren van deze zorg met deze drie kenmerken (spoed-elke huisarts-continuïteit) lopen de huisartsenverenigingen tegen diverse dilemma’s op.

Genoemde problemen

Te veel niet urgente zorg buiten kantoortijden, risicomijdende triage op de posten, doorgeslagen protocollering op de posten, verantwoordelijkheid van de organisatie ligt niet bij alle huisartsen, maar bij de praktijkhouders (67%). Te laag (nacht)uurtarief. Veel bestuurders stellen dat de laatste jaren de werklast op de HAP nauwelijks toeneemt. Maar niemand noemt het gegeven dat tussen 2002 en 2009 de ANW-zorgvraag met bijna 60% steeg. Dit leidt tot (te) hoge werkdruk, oplopende werktijden, niet verkoopbare diensten en te weinig tijd voor de patiënt. Tezamen een recept voor onvrede.

Genoemde oplossingen

Gezamenlijk opgezette pilots op gebied van: triage, inroostering, ondersteuning, samenwerking met ketenpartners die ook spoedzorg leveren. Een andere organisatie van deze ketenpartners, een SMD.  Een andere organisatie van de dagzorg (“verbreding dagvenster”). Goede oplossingen binnen deze pilots komen als ‘best practices’ in een ‘gereedschapskist’. Waarna afhankelijk van de regionale situatie huisartsen en huisartsenposten hiermee de problemen ‘op maat’ kunnen aanpakken. Een publiekscampagne met uitleg wat spoedzorg is.

Neem het heft in eigen hand

  • Huidige verantwoordelijkheidsverdeling tussen praktijkhouders en waarnemers. Jurist in 2005: “Niet de regelgeving verplicht de beroepsgroep tot dit standpunt, maar de beroepsgroep lijkt vooralsnog zelf voor dit standpunt te kiezen en daarmede de juridische normstelling invullend. De regelgeving verplicht hiertoe echter geenszins. Een andere invulling door de beroepsgroep zal tot een andere invulling van de juridische normstelling leiden”.
  • De financiën in de ANW zorg. Hierover schreef ik een artikel (MedZ-3, mei 2017).
  • Arbeidstijdenwet (ATW). De ATW (1996) geldt niet voor zelfstandig werkenden. In artikel 2:7 kent de wet de mogelijkheid van het brengen van zelfstandigen onder de ATW. De LHV heeft nooit een formeel standpunt ingenomen hierover. Dat was in 2002 en is wel te begrijpen. Maar in het kader van de huidige ANW-problematiek is een uitspraak richting de stakeholders over wat veilige werktijden zijn, wel noodzakelijk.

Kortom, internalisatie van het eigen probleem geeft de beste garantie van een oplossing. Door een duidelijk standpunt in te nemen over de voorwaarden waaronder de huisarts een goede bijdrage kan leveren aan de spoedzorg.