De ambulante geestelijke gezondheidszorg voor zo’n 200.000 thuiswonende psychiatrische patiënten komt onder verscherpt toezicht te staan van de Inspectie (bericht). Met dit toezicht wil de Inspectie (IGJ) aansluiten bij netwerken van zorg rondom deze cliënten en hierover ook gaan rapporteren, “niet alleen de negatieve bevindingen, maar ook de parels die het goed doen”.

Huisarts en praktijkondersteuner POH-GGZ

Binnen dat door de inspectie genoemde netwerk heeft de huisarts en de praktijkondersteuner (POH) GGZ een belangrijke plaats. Voor de huisarts is GGZ-zorg ook basiszorg. Eind mei 2018 heeft de huisartsenvereniging een brief gestuurd naar de Vaste Kamercommissie. Met daarin de geschetste problemen: de wachttijden, de overheveling van zorg voor chronische ggz-patiënten en de soms nog gebrekkige afstemming tussen huisarts en ggz-behandelaar.

De wachttijden

Te lang moeten wachten op zorg is (zeer) nadelig voor patiënt. In mijn blog van augustus 2017 staan de maandenlange wachttijden in de GGZ al gemeld. De maximaal aanvaardbare wachttijd (Treeknorm) voor cliënten worden ver overschreden. Het kabinet dreigt nu met boetes, de zorgverzekeraars noemen hun wachtlijstbemiddeling een uitkomst en de NZa blijft wachttijden registreren. Met de bekende politieke retoriek, zonder reflectie wat de eigen politieke bijdrage is geweest aan de ontstane situatie, is dit te lezen. De vorige minister noemde het fenomeen van de chronische wachtlijst in de GGZ “van God los”. Een kamerlid briest nu:” “Het gelazer moet echt over zijn“. En de staatssecretaris verzucht dat toezichthouder NZa “nul keer” heeft ingegrepen als instellingen hun wachttijden niet hebben doorgeven. Maar vanaf nu gaat de NZa ‘de duimschroeven aandraaien’ bij het verplicht aanleveren van wachttijden. Bij aanbieders die nu in juni 2018 nog in gebreke blijven, zal de NZa handhavingsinstrumenten inzetten.

Berichten uit het GGZ-veld

GGZ Nederland, wijst erop dat het om een ‘complex en weerbarstig probleem’ gaat. ‘Er is een krapte op de arbeidsmarkt en wij ervaren een nijpend probleem met de regeldruk.’ Het meewegen van de wachttijd door de inspectie wijst GGZ Nederland resoluut af: “Een lange wachttijd is geen indicatie dat de kwaliteit van zorg onvoldoende is”.  De hoofdredacteur van Arts & Auto vat het zo samen bij een bijeenkomst van GGZ-werkers:” Dit jaar spraken we ook over de ggz – waarin sommigen van ons nog werkzaam zijn – in het algemeen. We constateerden dat de sector, door uiteenlopende factoren, is uitgekleed tot op de onderbroek. Lange wachtlijsten, nauwelijks (beschermende) bedden voor chronische patiënten, onvoldoende ervaren handen aan de paar bedden die er nog wél zijn, geen tijd voor herstel bij een acuut psychiatrisch beeld, te weinig wettelijke mogelijkheden om gedwongen opgenomen patiënten óók te behandelen en een gebrek aan compassie met hen die het (tijdelijk) niet redden in een maatschappij die steeds veeleisender wordt. Het is crisis in de ggz en het wordt tijd dat we die gaan aanpakken”. GGZ-aanbieders, zorgverzekeraars en de organisatie voor GGZ-patiënten hebben aangegeven (bericht) meer tijd nodig om de wachttijden in de GGZ terug te dringen. Dat gaat niet lukken voor medio 2019 zo staat in hun gezamenlijke actieplan. Aan de ontwikkeling van kwaliteitsstandaarden wordt hard gewerkt. Opmerkelijk is het feit dat de laatste paar jaar de zorguitgaven van GGZ (wel) zijn gestegen (bericht) en het financieel resultaat van de GGZ-instellingen (wel) is verbeterd (bericht).

Eerdere blogs gerelateerd aan de GGZ

08.06.2017: Kinderpsychiaters luiden de noodklok: zo kan het niet verder met de jeugd-GGZ

05.07.2017: Financiering POH-GGZ: koekoeksjong of zangvogel?

08.08.2017: Snelle oplossing van knelpunten in GGZ is noodzakelijk

02.01.2018: Ook bij verwarde personen is persoonsgerichte zorg nodig

22.01.2018: Niet alles kan thuis

05.02.2018: Evaluatie Jeugdwet vraagt snel om vervolgacties

31.05.2018: Grip op verwardheid vraagt om grip op uitvoering van zorg

Terug naar de huisarts: POH-financiering

Het budgetkader POH-GGZ was in 2015 73,2 mln. euro, waaraan voor 2017 8,3 mln. is toegevoegd (totaal: 81,5 mln.). In 2016 schreef de huisartsenvereniging de minister een brief voor uitbreiding van dit kader vanwege de snelle groei van GGZ-problemen bij de huisarts en de daaraan gekoppelde inzet van praktijkondersteuning. Citaat (2016): “De groei in uitgaven POH-GGZ zit niet verdisconteerd in de groeiruimte van 2,5% die is voorzien voor de huisartsenzorg. Daar bovenop zal extra macro-budgettaire ruimte moeten worden gecreëerd. Wij doen een beroep op u om de verruiming van de POH-GGZ ook financieel mogelijk te maken en de Rijksbegroting hierop structureel aan te passen. Alleen met meer financiële ruimte zal bredere inzet van de POH-GGZ in de huisartsenpraktijk realiteit kunnen worden”. Dit verzoek werd door de minister afgewezen. Ook in de recente brief (mei 2018) aan de Tweede Kamer staat, dit keer zonder vermelding van bedragen: De bestaande experimenten laten zien dat een persoonsgerichte, proactieve en samenhangende aanpak op deze manier goed te realiseren is. Hiervoor is wel een adequate financieringsregeling nodig. Veelbelovende initiatieven lopen daar nu op vast. Door in de budgettaire kaders en in de wet- en regelgeving (onder andere NZa beleidsregels) ruimte te bieden voor het voortzetten, uitbreiden en evalueren van experimenten kan worden nagegaan onder welke condities de intensieve samenwerking tussen huisartsenzorg en gb-GGZ verder vorm kan krijgen.” Voor goede samenwerking in het netwerk rondom GGZ-cliënten tussen de huisartsenzorg (inclusief POH-GGZ), de generalistische basis GGZ (gb-GGZ) en specialistische GGZ (s-GGZ), zullen voldoende mensen en middelen beschikbaar moeten zijn.

Hoeveel extra financiering van POH-GGZ is er nodig?

Het antwoord op deze vraag is afhankelijk van het aantal uren inzet huisarts en POH dat binnen een lokaal GGZ-netwerk noodzakelijk is, ieder met een eigen kostprijs (blog). De huidige daadwerkelijk gedeclareerde kosten geven wel een indicatie voor de macrokosten, maar de systematiek van de gevonden werkelijke kosten kunnen niet richtinggevend zijn als de huisarts zelf nagenoeg niets te vertellen heeft over de ureninzet en de kostprijs.

Totaal kosten POH-GGZ: module en consulten (Bron: Vektis Intelligence)

Jaar       2015      2015     2016     2016     2017     2017
Kwartalen        12Q       12Q       8Q       8Q       4Q       4Q
POH-GGZ 138,3 mln. 14.019.351 154,7 mln. 14.037.983 159,6 mln. 14.175.605

In 2017 sloten 17 miljoen personen een basisverzekering af. De POH-GGZ  wordt binnen de basiszorg gefinancierd via ruim 14 mln. verzekerden (83,4%). Binnen het segment van de basiszorg zijn in 2017 de macrokosten van de inzet van de POH-GGZ ongeveer 160 mln. euro.

Totaal kosten POH-GGZ in segment S3

Jaar      2017 (1 = 1 € )     2017 (aantal verzekerden)
Kwartalen                 4Q                         4Q
POH-GGZ in S3          2.715.749                     2.272.432

Sinds 2017 kunnen huisartsen binnen segment S3 extra uren POH-GGZ contracteren. Nu blijkt dat deze extra inzet van POH-GGZ via segment S3 ten goede komt van 13,4% van de verzekerden, maar slechts gefinancierd wordt met een bedrag van 1,20 euro per deze verzekerde.

Conclusie:

Als belangrijkste oorzaken van de wachtlijsten in de GGZ zijn genoemd het feit dat instellingen van verzekeraars vanaf 2012 amper mogen groeien, dat grote instellingen hun eigen verwijsstroom (re)organiseren, een onduidelijkheid over de meetmethode van het fenomeen wachten en de moeizame afstemming van GGZ-zorg voor mensen tussen 16 en 22 jaar. Voor specifiek de huisarts is hieraan toe te voegen, de afhankelijkheid van het gedrag van beleid wat elders ten behoeve van het netwerk is ingezet (met sluipsubstitutie als gevolg) en het aantoonbare budgettekort om voldoende POH-uren te mogen en kunnen inzetten. Misschien moeten de huisartsen de organisatie van de GGZ als deelonderwerp eens agenderen op de dit najaar te houden visiediscussie en NHG-congres?