Hierbij in onderstaande link de financiële staat van de huidige huisartsenzorg. Hierin staat, naast kostencijfers van toezichthouder Zorginstituut Nederland (ZiN) over huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg, ook informatie over het door de minister vastgestelde budgetkader, zoals dat met Prinsjesdag gisteren werd gepubliceerd in de jaarlijkse Miljoenennota. Tevens bevat het overzicht informatie over specifieke segmentkosten, afkomstig van de Vektismonitor. Cijfers van de financiële staat zijn niet los te zien van tariefbeschikkingen van toezichthouder de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en van afspraken binnen een bestuurlijk landelijk geldend hoofdlijnenakkoord. De financiële staat geeft hierbij informatie over gemaakte kosten en geeft geen informatie over noodzakelijke kosten, passend bij het leveren van goede zorg. Reden waarom de uitdaging blijft te beschrijven wat de leveringskosten zijn van noodzakelijke ‘state-of-the-art’ huisartsenzorg.

Na presentatie van de financiële cijfers, sta ik stil bij de mogelijke gevolgen en conclusies.

Wat zijn de belangrijkste gegevens in deze financiële staat?

  • De kosten huisartsenzorg exclusief de kosten van multidisciplinaire zorg (MDZ) zijn sinds het bestaan van de Zorgverzekeringswet (2006) gestegen met 3,6% per jaar.
  • Een onderdeel daarvan zijn de kosten van ANW-zorg. Deze ANW-kosten stegen in dezelfde tijd met 5,3% per jaar.
  • De 120 huisartsenposten declareerden in 2016 bijna 4,3 miljoen verrichtingen.
  • Het aantal verzekerden in 2016 met een verplichte basisverzekering bedraagt 16,9 miljoen.
  • De gemiddelde kosten huisartsenzorg 7×24 uurszorg samen met de kosten MDZ zijn in 2016 per verzekerde: 185,30 euro per jaar. De lasten aan zorg per volwassene zijn in 2017 geschat op 5.515,- euro en dit wordt naar verwachting in 2018: 5.721,- euro.
  • 87% van de huisartsen heeft een PO-GGZ
  • De kosten van de inzet van 1 fte POH met salarisschaal 8 bedragen in 2017 per jaar: 112.179,91 euro (eigen berekening) exclusief reiskostenvergoeding en vergoeding ondernemersrisico.
  • Het niet formele uurtarief van de huisarts is in 2017 exclusief de ANW-zorg: 153,83 euro per uur. Voor 2018 is dit: 157,31 euro per uur.
  • Ketenzorg georganiseerd door 115 zorggroepen is de grootste kostenpost van MDZ in segment S2. Deze S2 kosten bedragen in 2016 totaal 461,9 miljoen euro. Daarnaast zijn er MDZ-kosten in segment S3 passend bij resultaatbeloning en zorgvernieuwing. Hiervan bedragen de kosten in 2016: 56,7 miljoen.
  • De instroom in ketenzorg steeg tussen 2011 en 2016 met 50% per jaar. Dit betekent eind 2016 dat er 1,7 miljoen Nederlanders een vorm van (eerstelijns ketenzorg krijgen.
  • In 2016 bedraagt het aantal consulteenheden in de basiszorg bijna 74 miljoen. In 2006 was dit aantal bijna 73 miljoen.
  • Alleen al op basis van het praktijkkostenonderzoek (2015) zijn de tarieven basiszorg voor 2018 structureel verhoogd: consulttarief + 0,95% en inschrijftarief + 0,64%. Deze tariefaanpassingen zijn exclusief de aanpassingen op basis van indexaties en veranderingen bij het inschrijftarief. Ook zijn door het kostenonderzoek de rekennormen van de tariefformule aangepast.
  • Het bestuurlijk akkoord voor 2018 geeft een financiële groeiruimte van 2,5%. Met de loon/prijsindexering 2017 wordt het nieuwe budgetkader dan bijna 3,5 miljard euro: 2.999,- miljoen voor huisartsenzorg en 495 miljoen voor MDZ. Daarnaast wordt 75 miljoen extra vrijgemaakt voor substitutie.
  • Voor een eventueel nieuw af te sluiten bestuurlijk akkoord per 2019 zijn aan het eind van dit overzicht een aantal aandachtspunten geformuleerd.

Link (pdf): de financiële staat van de huisartsenzorg (versie 26)