Uit het recente benchmarkbulletin 2016 van de huisartsenposten (HAP) blijkt dat de werkdruk op de post opnieuw is toegenomen, nu door stijging het laatste jaar van het aantal consulten (+2,4%), telefonische consulten (+ 3,7%) en een verhoging van de urgente contacten (+1,7%), waarbij deze urgente zorgvragen ook minder goed planbaar zijn. Eigenlijk melden alle partijen dat het systeem van spoedeisende huisartsenzorg op de huisartsenpost structureel moet worden herzien.  En eigenlijk is de koers van de verandering ook wel duidelijk, want alle partijen willen samenwerking en een ketenbenadering in de ANW-spoedzorg. Zelfs het nu demissionaire kabinet meldde in het regeerakkoord Bruggen Slaan (pg.22) in 2012: “uiteindelijk zullen deze (SEH) in één bekostigingssysteem met de huisartsen worden ondergebracht” en o.a. met als doel “het bevorderen van chronische zorg in de eerste lijn”.

Urgentie

Voor huisartsen is de urgentie om het systeem te veranderen hoog. Bij het meldpunt “ANW-perikelen” komen meldingen van hoge werkdruk, zowel op de post als in de dagpraktijk, het niet kunnen vinden van een waarnemer waardoor er zelfs na een nachtdienst(!) wordt doorgewerkt in de eigen praktijk. Op de post zelf komen meldingen van gebrekkige doorstroom van patiënten en een tekort aan personeel. Directeur InEen: “Juist bij patiënten met complexere zorgvragen moet meer samengewerkt worden met andere partijen in de acute zorg. Denk aan de specialist ouderenzorg, de psycholoog en de thuiszorg. Maar de beschikbaarheid van die partijen staat door bezuinigingen en toestroom van patiënten juist ook onder druk.” En directeur HAP Amsterdam:” De werkdruk is zo hoog dat dit echt niet kan voortduren. Huisartsen komen al doodvermoeid binnen bij hun diensten. Ik heb soms het gevoel dat ik roofbouw pleeg op mijn medewerkers”.

Oplossing: doorleverplicht?

Hoewel de oplossing niet eenvoudig zal zijn, zullen er een aantal zaken moeten wijzigen. In mijn laatste blog wijs ik op inkoopmethodiek van zorgverzekeraars met een doorleverplicht en omzetplafond. In het na het HRMO aangepaste uniform zorgcontract staat bij artikel 3.1: “De zorgaanbieder is verantwoordelijk voor de continuïteit van de te leveren zorg 7×24-uur”. Nee, de inkoper is hier verantwoordelijk voor de organisatie, waarbij de huisartsen zelf ook in actie moeten komen. Zij zullen in min of meer gelijke mate beschikbaar moeten zijn voor spoedzorg en ook als zodanig participeren in het HAP-rooster. Met als leidraad: gezamenlijk verantwoordelijk voor de output van spoedzorg? Dan ook inspraak bij de randvoorwaarden van de input. En er zullen vele huisartsenwensen zijn, zowel ten aanzien van verandering van instroom met triage, voldoende personele ondersteuning, ICT-ondersteuning, overdracht van probleempatiënten, loon naar werken, meer ketensamenwerking met ook voldoende personele inzet bij andere partijen met een spoeddienst, zoals GGZ, thuiszorg, specialist ouderengeneeskunde en SEH. En met voldoende capaciteit van eerstelijnsverblijven. Door nu een huisartsencontract te tekenen en de doorleverplicht ANW-spoedzorg wederom bij uitsluitend praktijkhouders te leggen, zullen andere partijen minder bewegen in de goede richting, dan gewenst en (blijkbaar) noodzakelijk is. Dat is mijn punt.

Oplossing: omzetplafond?

De kosten van ANW-spoedzorg vallen onder het huisartsenkader van VWS, waarbij als het werk op de post toeneemt, niet de werker beter betaald krijgt, maar de consultprijs van de bezoeker daalt. Dit heeft te maken met het feit dat enerzijds het uurtarief van de huisarts door de overheid wordt opgelegd en anderzijds de HAP werkt met een tevoren goedgekeurde begroting. Méér bezoek geeft een hogere HAP-omzet, zodat het consulttarief naar beneden kan. En vice versa. Als er meer bezoekers komen, zien huisartsen, zo blijkt, meer contacten in een gelijk aantal diensturen en werken dus harder zonder betere betaling. Bij de gewenste ketensamenwerking voor spoedzorg hoort een eigen financieel spoedkader, losgekoppeld van het huisartsenkader. Tegelijkertijd wordt de praktijkhouder met de toenemende drukte op de HAP geconfronteerd met oplopende waarneemtarieven van (wel) de vrije markt en zelfs met een afnemende belangstelling bij waarnemers. Dit is voor praktijkhouders dus geen houdbare situatie.

Tot slot

Er wordt, zo lees ik, hard gewerkt aan oplossingen. Huisartsen zijn en blijven nodig, zodat de burger die buiten kantooruren voor echte spoed een huisarts nodig heeft, deze zorg ook adequaat en met spoed krijgt. Huisartsenposten kunnen dit prima organiseren, zo blijkt al jaren, mits ze voldoende instrumenten, beleidsvrijheid en budget krijgen. De zorgplicht ligt primair bij de zorgverzekeraar (artikel 11). Dat deze de uitvoering van de spoedzorg met de HAP en huisartsen bespreekt, is natuurlijk zeer gewenst, maar dat ontslaat de verzekeraar niet van de plicht meer eindverantwoordelijkheid te nemen.